Steeds duiken de vetten die wij in ons eten hebben in het nieuws op. Vetten zijn reuze interessant. Daar ben ik het roerend mee eens. Veel zaken die over vetten geschreven worden berusten op halve waarheden en misverstanden. Veel consumenten denken dat bij de consumptie van vetten dat na het inslikken het vet in onveranderde vorm direct naar de vetlaag gaat die menigeen bezit. Dat is zeker niet het geval. Onze spijsvertering knutselt eerst aan de vetten zodat de bouwstoffen door de darmen opgenomen kunnen worden. Vandaaruit worden nieuwe vetten gemaakt die geschikt zijn voor opslag in het lichaam. Niet alles wordt opgeslagen, er wordt genoeg vet verbrand. Als het goed is tenminste. Voor ‘couch potatoes*’ gelden andere condities. Zij zijn meesters in het opslaan van overtollige calorieën. Het wordt voor die groep steeds moeilijker om uit de bank op te staan. Ze worden als het ware één met de bank. Ze worden geabsorbeerd door dit meublestuk.
Zijn vetten ongezond? Het antwoord luidt nee en ja.
Eerst de positieve kanten van de vetten:
Het gezonde van vetten is dat zij in belangrijke mate vitamines leveren. De vitamines E, D, A en K bijvoorbeeld, zijn vetoplosbaar. In vetten die op natuurlijke wijze gewonnen zijn komen die dan ook in voldoende mate voor.
Vetten die veel onverzadigde en meervoudig onverzadigde vetzuren bevatten kunnen weinig schade in het lichaam aanrichten. Het zijn vaak de vloeibare plantaardige vetten zoals maïsolie die deze goede vetzuren bevatten. Maisolie bevat maar 5% verzadigde vetten.
Dierlijke vetten met veel onverzadigde vetzuren, zoals vislolie uit vette vis, bevatten veel Omega 3 en 5 vetzuren. Dit is een bepaalde combinatie vetzuren die aan een vetmolecuul hangen. Deze stoffen hebben de goede eigenschap dat deze het gehalte aan schadelijke LDL (Low Density Lipids) in het cholesterol verlagen.
De mindere eigenschappen van vetten zijn:
Iets anders wordt het als wij naar de geknutselde vetten kijken. Geraffineerd plantaardig vet bevat uiteraard geen verontreinigingen dus ook geen vitamines. Daarom zijn margarinefabrikanten verplicht om de vitamines A, D en E toe te voegen. Anders valt de Nederlandse bevolking uit elkaar van ellende. Frituurvet bevat zeer weinig vitamines. Zeker na verhitting zal er weinig meer van dit goeds hierin te vinden zijn. Palmpitvet, cacaoboter en kokosvet hebben bij de doorsnee consument geen slecht beeld. Het is bedrog, deze vetten zijn de echte sluipmoordenaars van het gemiddelde eetpatroon. Deze vetten bevatten zeer veel verzadigde vetzuren. Kokosvet bevat ruim 80% verzadigde vetten. En u maar denken aan zacht wuivende kokospalmen aan het witte tropische starnd. Zet er maar gerust in gedachten een grafsteen naast!
Het is beslist niet zo dat waneer u de patat in kokosvet gebakken heeft, een chocolade reep heeft genuttigd u terminaal rochelend omvalt. Ons lichaam kan best wel het een en ander verwerken. Vaak is de combinatie vrije suikers met vetten die een zeer hoge cholesterolpiek ons ons bloed veroorzaakt. Nu is het ook niet de bedoeling dat u een kuipje Becel leeg eet per dag. Becel bevat 20% verzadigde vetten in de vetfractie. Ter illustratie: Roomboter zit op 55%
De laatste tijd is er nog een discussiethema bijgekomen in het vettenland.
De transvetzuren. Ja, de wetenschappers hebben ontdekt dat de transvetzuren ook schadelijk voor ons gestel zijn. Transvetzuren ontstaat hoofdzakelijk door het geknutsel met vetten. Om een vloeibare olie toch tot een min of meer vaste margarine te maken, moet ik een hardingsproces uitvoeren. Het gevolg is dat de vetzuren en iets andere chemiache gedaante krijgen die ‘trans’ genoemd wordt. Eind 2003 en begin 2004 heeft de hele vetten verwerkende industrie een stille revolutie doorgemaakt. Het percentage transvetzuren is soms drastisch teruggebracht van 25 naar 1%. Dit heeft tot gevolg dat vaste frituurvetten opeens vloeibaar worden. Vandaar de reklame uitingen van sommige snackbarketens dat men in vloeibaar frituurvet frituurt. Tja, zij kunnen het vaste vet waarschijnlijk niet meer goed krijgen. Vandaar.
*Een couch potatoe is een Amerikaanse uitdrukking van een persoon die een zittend leven leidt en een postuur heeft van redelijk groot formaat. De enige activiteit die dit persoon weet te ontwikkelen is het consumeren van veel voedsel in de vorm van snacks en het kijken naar de TV. Het gevolg is dat het postuur van een couch potatoe iets bovengemiddeld is.