427 Vreetbelasting invoeren?

De geluiden zijn al te horen. Belasting op een hamburger en op een zak vette friet? Obesitax heffen? Zo gek en dolgedraaid is onze (eet)maatschappij nog niet dat we dergelijke ‘vetklep belastingen’ gaan invoeren maar het is zeker niets nieuws.

Zolang de mens bestaat is er een vorm van belasting op ons voedsel geweest. Soms waren het directe belastingen zoals de ‘Gabelle’, die in Frankrijk op zout geheven werd. De Gabelle is in de 14e eeuw ingevoerd en tegen het einde van de 18e eeuw liep het helemaal uit de hand. De burgers moesten enorme hoeveelheden zout van de staat kopen om het franse begrotingstekort een beetje te compenseren. Dit leidde uiteindelijk tot een volksprotest en legde de kiem voor de zeer bloedig verlopen franse revolutie in 1789. De nederlandse regering was iets trager met de uitvoering en heeft pas in het begin van 1900 de zoutbelasting afgeschaft.

De reden waarom de belasting op zout zo effectief was wordt bijna nooit toegelicht. Zout was en is nu in mindere mate onmisbaar voor onze voedselvoorziening. Niet dat kleine beetje zout dat u bij het eten gebruikt. Dat stelt weinig voor. U gebruikt hooguit 1 kilo per jaar en dan houdt u nog royaal over om de gladheid van uw stoep mee te bestrijden. Zout is essentieel bij het conserveren van levensmiddelen. Vroeger, toen er geen conserven en diepvriesproducten bestonden zoals wij die nu kennen, was zout het enige conserveermiddel waarmee voldoende voorraden aangelegd konden worden om de wintermaanden door te kunnen komen. Haring, pekelvlees, gezouten groenten en mijn favoriete product zuurkool hebben zout nodig als hoofdingrediënt.  Zout was vroeger dus een strategisch product om maar eens een moderne marketingterm te gebruiken.

 

Overheden hebben in de loop der eeuwen altijd naar mogelijkheden gezocht om juist de onmisbare consumptiegoederen te belasten met directe belastingen. Wie kan er vandaag de dag zonder benzine, gas en laten we eerlijk wezen alcohol?

 

Engeland heeft tot 1846 een belasting geheven op graan, de ‘corn tax’. Een basisvoedingsbron voor de bevolking. De rampzalig verlopen aardappelhongersnood van 1845 in Ierland heeft een jaar later voor versnelde afschaffing gezorgd van de onzinnige belasting die vooral de gezondheid van de arbeiders sterk ondermijnde.

 

Laten we nu eens naar de huidige manier van belastingen kijken op ons moderne voedsel. Ik ga het niet hebben over de mogelijke vetbelasting en andere calorie belastingen waar de politiek momenteel zo mee bezig is. Obesitas is nu eenmaal niet de stoppen door het heffen van belastingen. Het indammen van de ongebreidelde vreetcultuur is veel effectiever.

 

De moderen manier van belastingheffen gebeurt niet of nauwelijks direct maar veelal indirect.

Het lage BTW tarief van 6% geldt nogsteeds voor de primaire levensbehoeften zoals eten en niet alcoholische dranken en hopelijk wordt het hoge tarief van 19% daar nooit op losgelaten. Dat zet weinig zoden aan de dijk. Waar zitten dan die belastingen?

Juist ja, de subsidieruif van de EU is de boosdoener van de moderne voedselbelasting! Enorme bedragen worden uitgegeven om de prijzen van landbouwproducten kunstmatig hoog te houden en daarmee goedkopere importen onmogelijk te maken. Landbouwsubsidies worden in ruime mate verstrekt aan redelijk kansarme producenten die daardoor steeds meer afhankelijk worden van de ‘Geldpotten van Brussel’.

Voedsel in de westerse wereld lijkt wel goedkoop maar het bevat toch nog een aanzienlijke hoeveelheid schadelijke belastingen.

In 2002 is per hoofd van de bevolking in de toenmalige 15 EU landen omgerekend € 686,00 aan voedselbelasting uitgegeven. Dit is te vergelijken met het weggeven van bijna twee kratten bier per week aan een onzichtbaar doel! Dus u koopt bij uw wekelijkse boodschappen twee kratten bier en laten die vervolgens in de winkel staan! Zo gek zijn wij met z’n allen!

De Amerikanen zijn maar half zo gek en geven per hoofd van de bevolking € 385,00 uit aan landbowsubsidies.

Japanners zijn driemaal zo gek en die geven per jaar ruim € 1050,00 hieraan uit.

Deze belastingen/subsidies vormen de grootste belemmering voor de voedselproducerende arme landen. Die willen wel exporteren maar komen de EU markt niet op.

 

Ik pleit ervoor om de bezopen manier van geldrondpomperij snel af te bouwen en de producten daar te produceren waar de kostprijs het laagst is en stoppen met het gesleep met ons voedsel. Wel moet toegevoegd worden dat de zogenaamde goedkope gebieden wel aan dezelfde kwaliteits- en veiligheidsnormen moeten voldoen als waar de huidige westerse boer mee moet werken.

Er zal altijd wel landbouw plaatsvinden in Nederland. Het probleem zal zich uiteindelijk vanzelf oplossen door de sterk stijgende transportkosten in de wereld. Mijn voorspelling luidt dat deze logisiteke kosten binnen tien jaar zeker verdrievoudigd zullen zijn en steeds sterker zullen stijgen als gevolg van de brandstofprijzen en stijging van de kwetsbaarheid van de transportroutes.

Dan komt er eindelijk een gesleep met ons eten en zullen we moeten leren voor onszelf te zorgen. Er zullen ook meer hoogwaardiger producten geteeld gaan worden, zoals pootgoed, zaden en de meer luxe gewassen. We gaan dan directer wat meer betalen voor ons eten wat niet via de EU geldpotten naar de boer maar naar diegene die ervoor gewerkt heeft. Suikerbieten overigens, zullen wel een landbouwgewas blijven want de transportkosten zullen er nu reeds voor dat de maximale transportaftsand 100km zal bedragen. De consumptie van suiker zal de komende tijd sterk onder druk komen te staan vanwege de sterk gezondheidsondermijnende effecten daarvan.

Dan gaan we toch mooi een belasting op ons suiker heffen? Leuk ide,e maar die belasting bestaat al. We betalen met z’n allen ruim €  0,50 per kilo naar de staat. Ehh, ik bedoel de EU ruif.

In Brussel worden van onze belastingcenten de zoete broodjes bebakken voor de onrendabele boeren.

Geef een reactie