In mijn leergangen voedingsmiddelenhygiëne hamer ik altijd op het grote falen van ons eigen toiletbezoek. Vooral de voedingsmiddelenindustrie heeft tot op de dag te kampen met de schadelijke gevolgen van microbiologische besmettingen in levensmiddelen. Veel maatregelen zijn inmiddels genomen om de bacteriologische verontreinigingen de kop in te drukken waar de men, lees werknemer zo mee te koop loopt.
Bedrijfskleding die dagelijks gewassen wordt, alcoholdispensers om de handen te desinfecteren, high care, clean room en weet ik veel voor care rooms zijn aan de orde van de dag in de voedingsmiddelenindustrie. ‘Wat is er nou zo slecht aan mijn toiletbezoek?’, hoor ik u al brommen ‘Ik was mijn handen altijd! En meteen slaat u met de vuist op tafel. Dat is het nou juist. De grootste ramp gebeurt juist voor het handen wassen.
Ons toilet besmettingsritueel
Nu is het beslist niet zo dat wij in deze Westerse wereld met bruin bezoedelde handen het kleinste kamertje verlaten. Nee, gelukkig niet. In veel landen in de warmere gebieden zal ik maar zeggen, vinden veel dramatischer rampen plaats. In China en de rest van Zuid Oost Azië zijn water en toiletpapier een te dure luxe.
Laten we eerst eens naar onszelf kijken. De mens is de grootste viespeuk die er op twee benen rondloopt.
Laten we het kleinste kamertjes bezoek wat onder de loep nemen.
Late we van het ergste uit gaan. U moet een grote boodschap doen. Ofwel u moet defeacieren zoals de huisarts dat uit placht te drukken.
Als eerste moet de broek omlaag of als u in een productieomgeving werkt, de overall uit. Nu maar hopen dat de vloer redelijk schoon is en dat er geen overtollige resten van voorgangers rondzwerven.
Nadat de behoefte gedaan is kijkt u of er toiletpapier is. Hoera een volle rol! Dan veegt u uw achterste af en dan maar hopen dat het papier van een dusdanige kwaliteit is dat de vingers er niet doorheen prikken.
Nu is het ene deel schoon, nu de handen nog. Jammer de broek ligt nog op de grond want ik kan onmogelijk met de broek op de enkels het toilet buiten schuifelen.
Dan de boel maar ophijsen en dichtknopen. Juist nu gebeurt het meest dramatische. De broek en eventueel de drukknopen van de overall zijn helemaal besmet met fecale bacteriën. De holbewoners letterlijk en figuurlijk. Die wonen uitbundig in onze darmen en het is welhaast onmogelijk om de handen vrij van deze bacteriën te krijgen na toiletbezoek. De mens moet zich maar in het lot van meester besmetter berusten.
Nu is de broek opgehesen en alles is weer dichtgeknoopt. Als wij de gevaarlijke bacteriën eens knalrood zouden kunnen kleuren dan zou de hele gordelzone en de knopenrij knalrood gekleurd worden. Ach, zult u zeggen, ik doe er toch een schone overall over aan, jas of andere werkkleding? Prachtig zegt Velzeboer, kunt u nog in de broekzak komen? Zaklopen heet het dan. Tja daar moet ik wel eens bij om mijn portemonnee te pakken, mobieltje te grijpen of zijn zakdoek tevoorschijn te toveren…Ahum, Alles wordt nu zééér donkerrood.
De hoge toiletbakken, die met een roestig waterreservoir en zo’n trekketting worden ook wel strontsproeiers genoemd. Ga maar eens met blote benen op een mooie zomerse dag naar het toilet en dan begrijpt u we;l wat ik bedoel. Niet weglopen hoor, als u doortrekt, u moet het een keertje meegemaakt hebben.
U ziet, het ongeluk ziet in een klein hoekje.
Juist ja het komt uit het kleinste kamertje!
Dit verhaal van jou staat als een huis …en slaat naadloos aan bij het nieuwste product wat over 2 maanden op de markt komt Lees het en hoop dat jij het ook iets vind groet hans