Het leuke van Europa is dat de landsgrenzen zo superduidelijk aanwezig zijn. U hoeft de Duitse grens maar over te steken en meteen kleuren de autonummerplaten wit, de huizen zien er anders uit, de mensen praten vreemd en het eten wordt op een geheel eigenwijze klaargemaakt. België spant de kroon voor wat betreft dit soort veranderingen. Alles is anders daar. De huizen worden op een uiterst creatieve wijze gebouwd en van een rooilijn lijkt soms geen sprake. Soms wordt er een bouwvergunning afgegeven met als enige kanttekening dat het huis niet op de stoep gebouwd mag worden. De autonummerplaten zijn duidelijk een overblijfsel van de vorige eeuw. Klein van formaat omdat vroeger, heel vroeger er maar weinig auto’s rondreden en dus weinig nummers en cijfers noodzakelijk waren. Mijn Belgische oom heeft nog steeds zijn originele platen uit de 50-er jaren op zijn auto zitten.
De Belgische taal is een mooi voorbeeld hoe zuiver om te gaan met ons verbale erfgoed.
De Belgische keuken is naar mijn mening een van de beste die er zijn. Niet teveel franje en vooral op smaak gerichte maaltijden worden er u voorgeschoteld. Neem de frieten maar als voorbeeld. Zelden zullen die in het gezonde soyaolie gefrituurd worden. Door het bakproces in paardenvet zich te laten voltrekken vinden er enige zeer interessante smaakreacties plaats. Het smeltpunt is hoger vanwege het hoger gehalte aan verzadigde vetzuren. Hierdoor wordt het baklaagje stevig en krokant. De vetopname wordt hierdoor tot een minimum beperkt. Het paardenvet is niet zo super zuiver als de andere vetten. Er zitten veel smaakcomponenten in de vorm van aminozuren die de smaak juist aan de patat geven. Ossewit heeft hetzelfde effect.
Wat dacht u van gefrituurde camembert? Ja u weet wel een puntje van de zachte Franse kaas. Die Belgen weten zo’n zacht puntje toch mooi heel te houden terwijl er een krokant laagje omheen gebakken is. De Belgische keuken kan terecht tot een van de meest creatieve gerekend worden.
Dat de Belgen het een heel klein beetje heel erg veel anders en vooral creatiever doen dan wij ‘Ollanders is geen nieuws.
Zo is het ook met de Belgische Keuringsdienst van Waren. De naam van dit voedselveiligheids instituut is ook anders. FAVV heet het daar. Awel, ‘Federaal agentschap voor Veiligheid van de Voedselketen’, voluit. In de volksmond, ‘Het Voedselagentschap’.
Wat doen die Federale agenten dan wel niet om de voedselveiligheid van de argeloze Belgische consument te waarborgen? Ik durf stellig te beweren dat men weinig tot niets uitvoert. Kan ook niet anders want men werkt men anderhalve paardenkracht. Ter vergelijking: In Belgisch Limburg lopen er hooguit 3 controleurs rond die zowel de industrie, MKB en ook nog eens de slachthuizen controleren. U begrijpt wel dat men genoodzaakt is om van de ene brandhaard naar de andere te hollen. In Nederlands Limburg, volgens mij in grootte redelijk te vergelijken lopen er minimaal 25 controleurs en inspecteurs rond van de Voedsel Waren Autoriteit. Toegegeven het is wel een ander uiterste maar het geeft wel een geruststellend gevoel dat het balletje gehakt in de snackbar bijna plat gecontroleerd is door onze nijvere controleurs van de Keuringsdienst van Waren.
In de Bels is het ietsjes anders. Daar werkt men met een iets andere prioriteitsbenadering zullen we maar zeggen.
Laten we de (zoveelste) Belgische dioxinecrisis van 25 januari als voorbeeld nemen. Hier werd ernstig verontreinigd vet aangetroffen dat Nederlandse veevoederbedrijven wilden verwerken tot kippen- en varkensvoer. Vet is immers een belangrijke component die in de calorische voedingswaarde van veevoer bepaalt. In het analyse rapport dat de FAVV na afloop van dit schandaal publiceerde maakte men melding van de Nederlandse VWA min of meer bij toeval dit schandaal ontdekt hadden.
Aan m’n hoela!
Na het eerste schandaal in 1999 waar transformatorolie tot veevoer verwerkt werd zit de VWA bovenop dit soort zaken. Zou u toch ook doen of niet soms? Als u eenmaal bent beetgenomen door een marktkoopman dan controleert u ook alles drie maal voordat u weer een appeltje van hem koopt.
De Belgen dachten dat het allemaal over ging na het eerste schandaal.
Enige citaten uit het rapport:
‘In België worden de monsternemingen op basis van het controleprogramma georganiseerd. Dat het huidige probleem in Nederland ontdekt werd is dus eigenlijk toeval te noemen.’
En nu komt de uitsmijter:
‘De gebruikte methodes sluiten inderdaad bijna elk groot risico uit, maar dat betekent niet dat ze niet voor verbetering vatbaar zijn. Na deze contaminatie behandeld te hebben zal het Voedselagentschap ze dan ook evalueren en eventueel bijsturen. Maar volledig uitsluiten van elk incident is een illusie. Nulrisico bestaat niet.’
Dit rapport is op zich al een groot schandaal. Wijzend naar het toeval van deze mega calamiteit en vast te stellen dat risico nooit uit te sluiten is neemt niet weg dat er eens flink huisgehouden moet worden in de organisatie van het ‘voedselagentschap zoals de Belgen dat zo mooi zeggen. Dit gilt om een reorganisatie. Laat de Nederlandse Keuringsdienst van Waren de kantoren van de FAVV maar meteen bezetten.
Gooi incompetente controleurs maar in het hete paardenvet!
Zo kunnen de frietkotten ook eens wat anders op het menu zetten.
De Belgische keuken is toch zo lekker creatief?