De stormwaarschuwing
“Het liefst windkracht 7’ Had ik destijds geantwoord op de uitnodiging die de rederij de Boer op Urk mij deed om een studiereis van een week aan boord van een van zijn kotters mee te maken.
“Nou IJs jij krijgt je zin” bromde de schipper Jan de Boer toen ik eenmaal aan boord was. “woensdag krijgen we 9 en misschien 11!”.
”Nou dan wordt het best wel spannend om die hoge golven in Het Kanaal eens mee te maken” antwoordde ik terwijl ik mij afvroeg of ik wel zeeziektepillen bij me had. Ik troostte mij met de gedachte dat die rotpillen pas werken vóórdat de reis begonnen was. Ik was al twee dagen op zee dus ruimschoots te laat.
“Securité (3x), All ships (3x) klonk het uit de marifoon dat standaard op kanaal 16, het noodkanaal, ingesteld stond. Er volgde een verwijzing naar een ander kanaal waar naar alle waarschijnlijkheid een stormwaarschuwing voor alle districten gegeven zou worden. Schipper Jan luisterde nooit naar deze berichten. Het fax weerbericht waar ook de actuele visprijzen vermeld waren werd wèl uitgespeld.
Stilte voor de storm
De zee was nog kalm en ik troostte mij met de gedachte dat een boot met een diepgang van ruim 5 meter (2 verdiepingen!) en een massa van 750ton niet zo snel als een zeemeeuw op het water dobberend tekeer zou gaan. Er zouden hooguit wat golven over de boeg heen spoelen en een beetje deining zou het enige merkbaar zijn.
“Wat voor slagzij heb je wel eens meegemaakt Jan?” vroeg ik om mijn geweten een beetje gerust te stellen.
“Hmf, maak jij je zorgen dan? Ik niet. Ik begin een beetje achter mijn oren te krabben als ik over de ramen van de stuurhut kan lopen. Anders is er helemaal niets aan de hand hoor!”
Die durft zeg! 90 graden slagzij. Dan lig je plat op je zij in het water. 45 graden is wel het steilste wat ik persoonlijk heb meegemaakt.
Een maag die omkeert
Woensdag avond na het eten begon de zee aardig ruw te worden. Windkracht 7
Het eten was vrij laat vanwege de reparaties die nodig waren nadat de lijnen stuk getrokken waren aan een of ander wrak.
Een uur na het eten zaten wij nog wat na te kletsen in de messroom onderin het schip. Inmiddels reed ik in een achtbaan die zo’n beetje 4 meter omhoog en weer 4 meter omlaag ging. En ja hoor. Het zweet begon op mijn voorhoofd te parelen, de bloeddruk ging omlaag en wist zeker dat iedereen deze uiterlijke signalen wel gemakkelijk konden herkennen. Zweten en bleek worden, de uiterlijke symptomen voor een kandidaat zeezieke.
Na verloop van tijd voelde ik mijn speekselklieren en wist dat de anti peristaltische bewegingen van mijn slokdarm binnenkort opgestart zouden worden.
Zo kalm mogelijk eens even naar boven gelopen om eens te kijken op de brug. Het makkelijke was dat een toilet halverwege zich bevond. Precies op tijd!
Opgelucht ben ik na verloop van tijd weer naar beneden gelopen, met lege maag maar zo fris als een hoentje de kooi in.
De stormdag
Om 7.30 kreeg ik het seintje om op te staan en ontdekte dat de overige bemanningsleden welgeteld 30 seconden nodig hadden om volledig gekleed aan de ontbijttafel te verschijnen.
De wind was inmiddels toegenomen en we hadden moeite om op onze sokken door de messroom te schuifelen. De boot rolde en deinde behoorlijk. Iedereen was smakelijk een goed ontbijt aan het nemen. Een paar zacht gekookte eieren, gefrituurde plakjes Smac met mayonaise op brood en ook nog ander natuurlijk beleg zoals kaas , pindakaas en jam. Ik besloot het rustig aan te doen. Wat er niet in zit kan er ook niet uitkomen had ik mijzelf als
Het zeevast opbergen van het koffiezetapparaat bij windkracht 9 is geen overbodige luxe |
anti zeeziekte therapie voorgenomen. Terwijl ik thee en sinaasappelsap naar binnen sipte keek Klaas de Boer mij afkeurend aan. “Je moet je maaginhoud vaast eten, anders klotst het daarbinnen ook” Toch maar een boterhammetje kaas genomen die 15 minuten later het daglicht weer zou zien.
De brug als deinend middelpunt
De brug was toch het beste punt om te toeven. Met rammelende maag genoot ik van het spectaculaire uitzicht. De golven die over het voordek spoelden, de voelbare vertraging van de boot zodra een voltreffer met een golf was. Het onverstoorde gezicht van de schipper die duidelijk verveeld de golven telde alsof het rimpelingen waren. “Om twaalf uur krijgen we eventjes 9 en dan gaat het snel minder worden” brulde Jan mij toe. Hij kon het weten. Hij zat het dichts bij al die apparatuur die voor hem de voorspellingen deden. Jan heeft daardoor altijd gelijk.
“Ik zie mijn neef verderop varen, zullen we naar hem toe stomen, kunnen we een video maken van die schuit van hem?” “Ja dat is een goed idee Jan”
“Nee dat doen we een andere keer wel, het is wel een eind varen nog” zei Jan op een geruststellende toon.
Kennelijk had ik mijzelf in het antwoord verraden dat ik een omweg van een uur niet zo’n denderend strak plan vond.
Na 4 uur kooi rust kwamen wij in Le Havre aan. Het was 17.00uur en de lampjes van de haven gaven mij genoeg stabiliteit dat ik zeer snel vergeten was wat zeeziekte eigenlijk is.
Volgende keer wil ik windkracht 11 Jan!