Berichten rond 26 januari deden mij het vermoeden rijzen dat een Europarlementariër zelfs vragen heeft gesteld aan de Europese Commissie. Die heeft op haar beurt weer een onderzoek aangekondigd naar het wel en wee van deze sector. Mijn dank aan CDA parlementslid Esther de Lange.
De Europese Commissie lijkt mij veel slagvaardiger dan ons eigen ministerie van LNV. Die verschuilt zich achter het feit dat ze toch niets kunnen doen aan de importen van Pangasius vis vanwege de WTO bepalingen. Dat is oud nieuws, dat heb ik in mijn rapport ook al gezegd dat handelsbelemmering een vorm van protectionisme is dat nooit zal werken overigens. Ik ben niet tegen de handel, wel voor schone en eerlijke Pangasius vis.
Het zou onze politiek sieren als men pro actief met deze zaak om weet te gaan. Altijd lastig met de verkiezingen in het vooruitzicht. Deze zijn gepland op 11 mei 2011 of zoveel eerder als er niet teveel politiek geklungeld wordt door JP.
Het heeft alle schijn dat onze Minister weinig actie gaat ondernemen om de kwaliteit in deze sector te gaan verbeteren. Men vertrouwt op wat men in Nederland aan onderzoeksresultaten vindt. Hooguit wat aanvullend onderzoek op de geïmporteerde vissoorten en verklaren dat het absoluut veilig is om dit te consumeren. Intussen Scienta Nova voor gek verklaren dat men spoken gezien heeft en dat het rapport een verzameling onwaarheden bevat en uiteraard een paar fouten achter de komma bevat.
Hoe moet de Europese Commissie haar onderzoek uitvoeren?
Mijn advies is om het in twee fases uit te voeren:
1.De actieve non politieke manier.
Specialisten naar Vietnam sturen zonder officiële missie. Gewoon vaklieden die verstand van aquacultuur en vooral voedselveiligheid hebben en zelf initiatieven ter plaatse ontwikkelen. Een uitgebreide sterkte zwakte analyse ter plaatse opstellen en de feiten rapporteren aan de Commissie.
2.De politieke manier
Een officiële EU delegatie naar Vietnam laten reizen die gezellig aanschuift met de nationale hoogwaardigheidsbekleders aan de talrijke officiële ontvangsten. Een paar model viskwekerijen bezoeken en niet te vergeten een paar zeer schone verwerkingsbedrijven die van staatswege de voorafgaande weken grondig zijn gecontroleerd.
Dit is de meest effectieve manier om niets te zien. Alles wordt voorgekookt en je kunt van een parlementaire delegatie gewoonweg niet verwachten dat zij de schuur van een viskweker binnenglippen om de huisapotheek snel te inspecteren. Wel is het zaak om slotverklaringen op te stellen die de EU in staat stelt om maatregelen te nemen als alles niet helemaal hetzelfde is als men de voorgaande dagen gezien heeft. Met andere woorden, onafhankelijke en onaangekondigde controles toestaan.
Weer thuis
Intussen moet men met de eerder gevonden feiten een lijst van steunmaatregelen opstellen om deze sector voedselveilig te maken.
Tegelijkertijd de inspectieregels aanscherpen op specifieke zaken bij de BIP’s (Border Inspection Points) voor tropische aquacultuurproducten. De aanvullende inspecties moeten voortvloeien uit de gevonden feiten ter plaatse. Vietnam is niet het enige land waar deze viskweek grootschalig plaatsvindt. China, Bangladesh en binnenkort Madagaskar en de Filippijnen kopiëren ook dit Vietnamese Pangasucces.
Dit gaat wellicht jaren duren. Dan maar hopen dat er geen acuut voedselveiligheidsprobleem uitbreekt.