1225 De stomende traditie van schipperstabak

Deze week zijn wij weer begonnen. Wat vormt een beter begin dan een week varen op zee met de PD147, de Enterprise van de Ekofish Group. Wij zijn momenteel druk doende om de laatste gegevens van het bedwelmen van vis op volle zee boven water te halen. Dit zal een afsluiting vormen van een 3 jarig onderzoeksproject waarvan wij hopen dat de officiële resultaten in december wereldkundig gemaakt kunnen worden. Het apparaat dat de vers gevangen vis bedwelmt is sinds februari operationeel en zorgt ervoor dat vis door middel van een stroomstoot geruime tijd verdoofd wordt, terwijl het hart nog door blijft kloppen. De details volgen later wel. Het zal een hele cultuuromslag teweegbrengen in de visserij waarbij een verbetering van het dierenwelzijn centraal zal staan.

De stunner in vol bedrijf. Deze kabeljauwen blijven tenminste gedurende 20 minuten bedwelmd zodat er tijd genoeg is om de feitelijke dodingshandeling uit te voeren, het strippen van de vis.

De stunner in vol bedrijf. De vissen passeren de lepels die de stroomstoot geven. De band waarop zij getransporteerd worden is geaard. Deze kabeljauwen blijven tenminste gedurende 20 minuten bedwelmd zodat er tijd genoeg is om de feitelijke dodingshandeling uit te voeren, het strippen van de vis.

Het kwijtraken van de zwembanden
Een weekje meevaren betekent voor mij ook een dramatische cultuuromslag. Weg van het bureau, geen papier om mij heen en vooral veel rook zodat ik mij permanent in een zeer bruin café waan. De deining aan boord is een prettige bijkomstigheid om een beetje af te vallen. Zo raak ik van mijn zwembandjes af. Redding materiaal genoeg aan boord dus die dingen heb ik toch niet nodig. De vissen op de Noordzee zijn dan ook weer gevoerd en ik zal de raad van Klaas de Boer opvolgen door veel te gaan eten. “Anders klotst het daarbinnen ook!”, riep hij een paar jaar geleden bezorgd uit. Ik kan ook mijn kop vol met pleisters plakken, maar dat communiceert lastig.

Schipperstabak
Er wordt aan boord niet gerookt maar gestoomd. Overal liggen pakjes ‘Weduwenhaar” en het roken van een shaggie is vaak een van de weinige rustpuntjes aan boord. Zelf geef ik ook optimaal invulling van de rust aan boord door mijn pijp mee te nemen. Schipperstabak is de pijptabak die ik sinds 1971 rook, een heerlijke baai tabak die alleen op natuurlijke wijze gearomatiseerd is door de toepassing van geurige Burly en Virginia tabakssoorten. De moderne pijptabakken zijn van de categorie ‘puddingtabak’ omdat er zoveel aroma in verwerkt zit dat de rook die zo’n puddingroker produceert elk vertrek met een beklemmende zoetheid vult in plaats van de geur van eerlijk brandende tabak. Iedereen weet dat roken ongezond is maar als ik de keus heb dan kies ik wel voor de natuurlijke aroma’s en die vreemde chemische stoffen kunnen ze wat mij betreft meteen in de verbandingsoven stoppen.

Het einde van mijn schoolcarrière
Schipperstabak is een tabak die een beladen historie kent. Oorspronkelijk werd deze pijptabak door het bedrijf Gruno in Nijkerk gemaakt. Dat was de tabaksfabriek waar ik onder schooltijd een illegale excursie heb georganiseerd en meteen het einde betekende van mijn HAS schoolcarrière in Den Bosch. Curt Gaiser was destijds de vriendelijke directeur die de groep van 60(!) man rondleidde door zijn tabaksfabriek. Theodorus Niemeyer in Groningen heeft na de sluiting van Gruno de productie overgenomen en later alle pijptabak doorgestoten naar de Deense concurrentie. Scandinavian Tobacco Group heet deze tent momenteel.

Dit is pijptabak zoals het hoort te smaken. Geen puddingaroma of andere vage organische verbindingen erin verwerkt. Gewoon natuurlijk geurende tabakssoorten. Een beetje jammer dat de schipper de roker een beetje onzeker toekijkt.

Dit is pijptabak zoals het hoort te smaken. Geen puddingaroma of andere vage chemisch -organische verbindingen erin verwerkt. Gewoon natuurlijk geurende tabakssoorten. Een beetje jammer dat de schipper op het pakje de roker een beetje onzeewaardig toekijkt.

Denen niet erg betrouwbaar?
Vanuit een eerder werkverleden ben ik op traumatische wijze achter gekomen dat sommige Denen ronduit onbetrouwbaar zijn en daardoor scheer ik gemakshalve alle Denen maar over één kam. Dat is niet goed, dat weet ik, maar het feit dat Scandinavian Tobacco Group de productie van mijn schipperstabak gaat beëindigen bevestigt wel het onbetrouwbaarheidsmodel dat ik al geruime tijd koester. De ervaring van Urkers met de Denen schept een compleet ander, zeer positief beeld. Ik luister nu vaak naar de schipper van de Enterprise, JdB te U. Ik moet ook wel want zijn handen zijn ook zo groot…

Het opsnuiven van zeelucht en dampende verhalen
Op het vlaggeschip van de Ekofish Group gebeuren altijd onverwachte zaken. De verhalen worden snel geromantiseerd alsof iedere vistrip een soort droomcruise is. Niets is minder waar. De werkdiscipline is een van de meest opvallende zaken. Je zit met de machinist in de kombuis en opeens hoor je dat de hoofdmotor gestart wordt. Dat heeft de stagiair alvast gedaan die inmiddels goed weet waar hij mee bezig is. Dat heeft de machinist hem wel verteld tijdens zijn opleiding. Dan de spanning voor de afvaart, het gebed en plotseling, zonder enige waarschuwing de kademuur zien verdwijnen. Op naar de rijke visgronden van de Noordzee, waar de vis inmiddels twee meter dik op de bodem ligt.  Dit geheel in tegenstelling wat Greenpeace het brede publiek doet geloven dat de Noordzee leeggevist is. Dit valt onder het kopje ‘retorisch gemekker van sterk manipulatieve aard.’
We varen vanaf Thyboron misschien via de Parkeerplaats, de Monkeybank naar de Koffiepot. Dan door naar het 13 Vadembankje, het Lulletje weer terug naar het Slagschip. De visronde wordt afgemaakt via de Vlam, UK2, over de Katoenplantage weer terug naar Thyboron. Denemarken, zucht…  Alleen de schipper weet waar hij eigenlijk vaart. De zeekaart met al die bijnamen is voor mij abracadabra. Die kaarten zien er heel anders uit dan mijn eigen ANWB watersportkaarten. Ik kijk wel om mij heen, in vergeefse hoop een herkenningspunt, zoals een kerktoren of windmolen op de Noordzee te vinden.

Terwijl wij nog tussen de havenhoofden door naar buiten stomen, waan ik mij al heer en meester met een dampende pijp in mijn hoofd. Op volle zee wordt het een stuk minder. “Waar blijf je nou met jouw praatjes, Velzeklets?”, hoor ik de schipper mij al toeloeien.

Praatjes heb ik altijd.
Vooral als we weer aan land zijn.

Dan ben ik de beste walschipper die men zich kan voorstellen….

VelzeBRAL!

Geef een reactie