Veel boeren zijn onbewust bezig met voedingsmiddelentechnologie door in eigen beheer kuilvoer te maken. Zij bewegen zich dan op glad en dun ijs en lopen aanzienlijke financiële risico’s vanwege het gevaar van voedselvergiftiging voor de hele veestapel. Vrijwel iedere veeboer maakt zijn eigen kuilvoer. Het recept is kinderlijk eenvoudig maar de voedselveiligheidsrisico’s zijn best wel volwassen van aard. Toxinevorming en groei van ongewenste micro organismen zijn de grootste gevaren die vanaf het boeren erf de voedselketen bedreigen. Veel van deze toxinen zijn oplosbaar in vet en worden gemakkelijk opgenomen door het vee. Runderen hebben nog een klein voordeel dat zij een pens maag hebben waarin, naar het schijnt, veel antibiotische stoffen afgebroken kunnen worden. Een varken daarentegen, dat in lichamelijk opzicht veel op de mens lijkt, bezit niet dergelijke ‘biofilters’.

Dit varken heeft een heerlijk leven op de boerderij. Het vreet zich helemaal bol, tot grote vreugde van de boer. Dit beest leeft echter te kort om ziek te worden van de vele schimmeltoxinen die hij binnenkrijgt. Deze gifstoffen zijn vaak vet oplosbaar en komen in de speklaag terecht. Wij eten veel spekvet. Hoe toxisch is onze speklaag?
Wat is kuilvoer eigenlijk?
Dit is het beste te vergelijken met gefermenteerd veevoer dat gemaakt wordt van maïs of gras. Dit proces vertoont grote gelijkenissen met het fabricageproces van zuurkool, echter in iets minder gecontroleerde vorm. De boer heeft op zijn erf betonnen silo’s staan of een soort vierkante trog waarin hij het vers gemaaide gras of maïs in stort. De hoop wordt dan stevig aangestampt door met de trekker overheen te rijden en uiteindelijk met zeil afgedekt en verzwaard met autobanden of stenen om zo veel mogelijk lucht te verdrijven.
Daarna vindt er een fermentatieproces plaats dat ervoor zorgt dat het veevoer lang houdbaar wordt en dat er goede voedingswaarde overblijft. Na zo’n acht weken is de kuil klaar en dan kan de boer het kuilvoer aan zijn vee serveren. Op zich een mooi procedé maar er kan vreselijk veel fout gaan.
Iedereen weet de grote verscheidenheid aan geuren die een voerkuil kan opleveren. Soms ruik ik veel aceetaldehyde, boterzuur maar ook best wel melkzuur.
De moderne boer is onbewust onbekwaam
Er is geen enkele boer die bewust zijn veestapel en de voedselketen in gevaar brengt. Onbewust gebeurt het wel in ruime mate en de eindgebruiker is uiteindelijk ook onbewust de dupe van de risico’s voor de volksgezondheid die hij of zij ondergaat. De boer valt niet veel te verwijten. Het zijn over het algemeen geschoolde professionals die het vak met liefde uitoefenen. Het productiesysteem waar zij deel van uitmaken levert de risico’s op. Het moeilijke van deze risico’s is dat de verscheidenheid aan stoffen bijzonder groot is, de concentraties bijzonder laag zijn en dat het nauwelijks te traceren is waar het ‘gevaar’ heen gegaan is. De productie van voedingsmiddelen is tegenwoordig dusdanig gecompliceerd en internationaal georiënteerd dat er hele grote witte vlekken bestaan in de voedselketen voor wat betreft de risico’s. ‘Ach, het vormt geen gevaar voor de volksgezondheid’ zal de NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit) roepen omdat vanuit de levensmiddelenwetgeving idioot hoge concentraties gelden eer er ambtelijk ingegrepen kan worden. Wij zullen voor u een inventarisatie maken van de voedselveiligheidsrisico’s die alleen al op het boeren erf kunnen ontstaan.
De voedselveiligheidsrisico’s die vanaf het boerenerf kunnen ontstaan
1.Kuilvoer
Deze brengt naar mijn mening de grootste risico’s met zich mee. Allereerst de grondstof voor de kuil. Het is bekend dat in het vroege najaar het voer maïs geschikt is om in te kuilen. De kolven zijn volgroeid en de voedingswaarde van het gewas optimaal. De loonwerker crosst met zijn hakselaar over het land en met veel geweld wordt de maïsplant in mootjes gehakt en bij de boer op het erf afgeleverd. Het komt helaas vaak voor dat de maiskolven op het land al zwaar beschimmeld zijn. Dit zijn vaak schimmels van de ergste soort.
De fusariumschimmels en de meer normale penicilline schimmels kunnen uitbundig aanwezig zijn. Naast toxines produceren deze schimmels ook antibiotische stoffen in ruime mate. In 2005 heb ik hier reeds voor gewaarschuwd in column 510 http://scientanova.tothem.nl/2005/09/28/510-veevoederbranche-een-louche-bedrijfstak/
Het fermentatieproces, ook wel vergisting genoemd, vindt onder anaërobe (Zuurstofloze) omstandigheden plaats. Er zijn een paar zeer gevaarlijke bacteriën die in deze eiwitrijke omgeving goed kunnen groeien.
De Clostridiumsoorten. Dit is een van de meest dodelijke groep bacteriën die gifstoffen kunnen produceren die zo sterk zijn voor mens en dier dat binnen één seconde na toediening alle lichaamsfuncties knock out zijn. Je stort gewoon dood neer. Ik vergelijk het altijd met het opblazen van je eigen stoppenkast.
De voedingsmiddelenindustrie heeft ontzettend veel last van juist deze Clostridium groep. Alle vleeswaren in Nederland moeten verplicht Natrium Nitriet (E250) bevatten om de mogelijke groei van Clostridium botulinum in vleeswaren en vleesconserven te voorkomen. Er is geen enkel vleeswarenbedrijf die deze stof weg kan laten vanwege dit gevaar.
De zuivelindustrie heeft ook veel last van Clostridium tyrobutyricum. Dit is een sporevormer die bijzonder hitte resistent is en veel problemen kan veroorzaken bij de kaas- en boter productie. Deze bacterie produceert een zeer vluchtig vetzuur boterzuur dat grote gelijkenis vertoont met zweetvoetenlucht.
Dan is er Clostridium difficile die ook veel op een boerderij voorkomt en bij mensen een terminaal verlopende besmetting kan veroorzaken. Hier werkt vrijwel geen enkel antibioticum tegen.
Het reguliere veevoer
Veel varkensboeren mengen de antibiotica zelf door hun veevoer heen, naar gelang er behoefte aan is. Varkens hebben niet altijd antibiotica nodig maar wel zéér regelmatig! Hierdoor hebben veel varkensboeren met hun familieleden een resistente vorm van hun eigen huidbacterie ontwikkeld. Wij praten dan over Meticilline restistente Staphylococcus aureus (MRSA) bacterie. Ziekenhuizen zijn zo paniekerig over deze bacterie dat bij iedere opname gecheckt wordt of je niet in aanraking bent geweest met de veesector. Uit voorzorg wordt de patiënt voor monitoring opgesloten in een apart kamertje.

"Smells like shit" staat op deze mest auto. De inhoud hiervan vormt een van de grootste bacteriologische bedreigingen in onze voedselketen naar mijn bescheiden idee.
2.De veevoersilo’s
U kent ze wel, die gele half doorschijnende glasfiber torentjes van 10 meter hoog die naast de schuur staan. Vaak kun je het veevoer in de silo zien zitten. Juist in dergelijke silo’s kunnen ernstige schimmelproblemen ontstaan, doordat er op de koude zijde, op de silowand veel condens kan ontstaan. Dit heeft te maken met het dauwpunt dat gemakkelijk bereikt wordt als de silo op een zonnige winterse dag door de zon opgewarmd wordt. De veevoer fabrikanten zorgen er wel voor dat het vochtpercentage maximaal is (10 tot 14%), vanwege het commerciële rendement zullen we maar zeggen. Door de schimmelgroei ontstaan grote klonten in het veevoer dat uiteindelijk na een paar weken de uitvoersluis bereikt en deze dan verstopt. Deze schimmels zijn zo’n beetje van de ergste soort, vooral vanwege het feit dat moderne mengvoeders veel buitenlandse tropische componenten bevatten.
3.De smeermiddelen
Naast royale hoeveelhedendieselolie dat een boer gebruikt zijn er tal van smeermiddelen die voor de gemechaniseerde landbouw ingezet moeten worden. Het etiket vermeldt alleen maar hoe dik het middel is bij een bepaalde temperatuur en dat die voldoet aan bepaalde specificaties, zoals AFNOR, AAI etc. Wat zo’n label niet vermeldt zijn de ‘dopes’ die het smeermiddel bevat om de unieke eigenschappen te creëren.
Punten van aandacht bij het maken van kuilvoer in voedingsmiddelentechnologisch opzicht:
· Vochtgehalte van het gras of maïs bij de oogst
· Temperatuur van het gewas en omgeving
· Beginbesmetting van het gewas. Organische meststoffen
· Nitraatgehalte
· Kaliumgehalte
· Koolhydraatgehalte inclusief de vrije suikers (Mono- en disachariden)
· Hygiëne van de werktuigen, kuil en de boer zelf
· Monitoring van het pH verloop tijdens de vergisting
· Starterculturen inzetten met een goedkoop en veilig zuursel
· Verplicht insturen van een mengmonster naar een landbouwkundig laboratorium om de microbiologische en toxicologische kwaliteit te bepalen
· De boer zijn processen naar de beginselen van HACCP laten uitvoeren
Pas dan zal de voedingsmiddelenindustrie opgelucht adem kunnen halen en een belangrijk aantal voedselveiligheidsrisico’s kunnen beheersen.
Het lijkt wel of de gewasbeschermingsmiddelen, die zwaar gecontroleerd worden, onderhand het minste risico vormen voor onze voedselveiligheid vanaf het erf.
1 maart 2013. Nu blijkt er schimmelgif in kuilmais te zitten dat geïmporteerd is uit: “Hou je vast” Servië.” Vanwege het hoge eiwitgehalte van mais ligt het voor de hand dat de Aspergillus schimmels er huis gehouden hebben. Aflatoxine giffen zijn redelijk dodelijk. Vooral in lage concentraties. Kwaliteitsbeheersing van kuilvoer lijkt nu meer actueel dan nodig.
Goed dat U hier aandacht aan besteed. Vooral mais is de boosdoener. Het verziekt niet alleen ons mooie landschap, het is ook vergif voor de koeien. Van een diergenezer heb ik informatie gekregen dat mais heel slecht is voor koeien (zie de titels hieronder). Van mais krijgen koeien problrmrn met vertering in de dikke darm en gaan koeien E Coli bacterien uitscheiden. Dat is slecht voor de gezondheid van mens en dier. Voor mij geen melk en vlees meer zolang koeien geen gras en kruidig hooi meer krijgen
Zaaijer, D 2011. A Nutritional Approach to Limit the Negative Effects of Lipopolysaccharides on Fertility in Dairy Cows: A Review. CATTLE PRACTICE 19: 85-90
Callaway, T.R. e.a 2009 Diet, Escherichia coli O157:H7, and Cattle: A Review After 10 Years CURRENT ISSUES IN MOLECULAR BIOLOGY 11: 67-79