1304 Dansen op zee met de Annegina

“Kom maandagochtend om twaalf uur maar langs, dan kun je meerijden naar Harlingen voor een vistrip.”  Dit had ik al eens vaker gehoord en als een doorgewinterde opstapper begaf ik mij naar Urk om weer een vakantiecruise mee te maken op een van de meest illustere Urker kotters die momenteel op de Noordzee rondvaart. De PD 43, de Annegina met Albert de Boer als schipper.
In week 34 was ik met zijn broer Kees als opstapper met de PD147 de Enterprise mee, toen Albert de Boer via de spoetnik dreigde mijn boot een reeks schadelijke verbouwingen te laten ondergaan als ik niet snel eens met een echte viskotter mee zou varen. Dat luxe gedoe op de Enterprise was niks voor mij. Drie weken later, maandag 10 september 2012 was ik aan de beurt.
De Annegina, gebouwd in 1985 als de eerste UK44 van familie de Boer, is 45 meter lang en onlangs omgebouwd van boomkor naar twinrig visserij. Een stabiel schip met een opvallend lage zeeglijn. Hier spoken geen leerlingen rond aan boord. De bemanning bestaat enkel  uit visprofessionals.

Tijdens het stomen naar 'Het Puzzelgat' is het vaak 'moren en knaken' om de netten in gereedheid te brengen voor de eerste trek, later op de dag. Onder het toeziend oog van 'de bolle' worden de kunstgrepen uitgevoerd.

Tijdens het stomen naar 'Het Puzzelgat' is het vaak 'moren en knaken' om de netten in gereedheid te brengen voor de eerste trek, later op de dag. Onder het toeziend oog van 'de bolle' worden de kunstgrepen uitgevoerd.

De taxibus naar Harlingen
“Gaat de dominee ook mee?” Had chauffeur Jan ‘Bel’ verbaasd uitgeroepen toen hij mijn zwarte koffer, een plastic krat en een aluminium koffer met daarin mijn draagbare laboratorium de Seatopia bus in hees. Nadat een beleefd bemanningslid plaatsnam op de ankerkettingen achterin kon ik dankbaar de vrijgemaakte zitplaats innemen.

Het turbulente vertrek uit de haven van Harlingen
“Hij ziet toch dat ik de trossen los heb en van de kant wegdraai?” Mopperde Albert terwijl de achterop komende BCK40 krachtig achteruit moest slaan om een aanvaring te voorkomen. Alle vissersboten maken zich snel uit de voeten en willen allemaal tegelijk als de haven uit en als een van de eerste in de lange optocht richting Vlieland zijn.

Een kotter met een echt stuurwiel! Nu de norse blik, dampende pijp en vrij uitzicht door het raam. Dat is het beeld dat de visminnende consument graag ziet.

Een kotter met een echt stuurwiel! Nu de norse blik, dampende pijp en vrij uitzicht door het raam. Dat is het beeld dat de visminnende consument graag ziet.

“Velzeboot, kijk even of de onverlichte paal aan stuurboord nog vrij is, jij kent de haven van Harlingen toch?” Als geschoold matroos gaf ik duistere navigatie aanwijzingen zodat de Annegina moeiteloos 50meter langs de onverlichte paal kon varen. Het uitzicht was gewoon beroerd. Het voordek was verlicht en de buiskap belemmerde het uitzicht in hoge mate. Het is maar goed ook dat er maandagochtend vroeg geen plezierjachten rondvaren. Die worden gewoon overvaren en de opvarenden krijgen spontaan zwemles. “Albert, straks krijgen we aan stuurboordzijde de Pollendam. Daar moet je niet over heen varen, zoals de Duitse plezierjachten vaak doen. Dat is slecht voor het onderwaterschip hoor.” Zijn zwijgende blik verried dat al mijn krediet in één keer vrijwel was verspeeld. De tekenen voor een turbulente week dienden zich ruimschoots aan terwijl wij de havenhoofden van Harlingen nog niet eens uit waren.

De zak wordt weer dichtgeknoopt. Klaar voor de volgende trek. De schipper stoomt de goede richting op. Naar het einde van de regenboog. Daar ligt een pot met goud. Dat heeft broer Jan hem zojuist verteld.

De zak wordt weer dichtgeknoopt. Klaar voor de volgende trek. De schipper stoomt de goede richting op. Naar het einde van de regenboog. Daar ligt een pot met goud. Dat heeft broer Jan hem zojuist verteld.

Als derde schip in een lange optocht stoven wij via de Blauwe Slenk de Noordzee op met broer Jan van de PD147 hijgend in ons kielzog.

Het bepalen van het reisdoel
Opvallend was de heersende onzekerheid bij alle vissers welk visbestek men de komende week zou gaan opzoeken terwijl de Brandaris al ruimschoots gepasseerd was. Op de marifoon werd druk overlegd met collega vissers. Albert liet zich leiden door de voorspelde windrichting en kracht. Hij baalde al bij de gedachte dat de windrichting ZW was en dat die later zou ruimen naar een dikke bries uit NW.
“Die wind brengt alleen maar ellende, zo valt er straks geen staart meer te vangen. En waarom? Dat weet geen mens mij te vertellen. Zelfs die knappe onderzoekers niet.” Vertwijfeld hief Albert zijn armen in de lucht, zijn wanhoopszang kracht bijzettend. Inderdaad vreemd dat bij voornamelijk noordenwind, zeer weinig platvis gevangen wordt. Zouden ze één meter diep onder de bodem zitten of gaan die rotvissen juist onder het oppervlak zwemmen? Niemand schijnt het te weten en accepteert dit gewoon als voldongen feit.
“We gaan eerst maar eens 10 uur Noord in stomen en dan maar zien wat de vangst is. Het wordt weer knaken en moren”, mopperde Albert nog terwijl de bemanning van het dek verdween om even wat weekend rust in te halen.

Het gepuzzel in het Puzzelgat
Een kleine 4.000 liter brandstof lichter bevonden wij ons zo’n 160 mijl ten noorden van Vlieland in het Puzzelgat waar de netten uitgezet werden. Een visbestek die mij het meest tot de verbeelding spreekt en allerlei fantasieën oproept. Gaat het kompas rondtollen, of zit iedereen daar kruiswoordpuzzels of Sudoko’s op te lossen uit verveling? Is men daar de weg altijd kwijt? Zijn de vangsten altijd raadselachtig? Zou men eindelijk de langverwachte zeemeermin opvissen?

Zelfs deze kreeft registreert alles feilloos. Hij heeft net een pen opgedoken die nu professioneel gemoerd wordt.

Zelfs deze kreeft registreert alles feilloos. Hij heeft net een pen opgedoken die nu professioneel gemoerd wordt.

Het voordeel van ISO 22.000 kwaliteits management systeem aan boord van een viskotter
Bij het binnenhalen van de eerste trek maakten mijn foute fantasieën snel plaats voor de harde realiteit. Een in verregaande staat van ontbinding verkerende  zeeleeuw kwam in het stuurboordnet mee omhoog. Wat een stank! Mijn ‘zee week’ was nog niet eens begonnen en mijn maag draaide zich met inhoud en al driemaal rond. Gelukkig handelde de bemanning meteen volgens hun ISO 22.000 voedselveiligheids procedures door de hele inhoud van het net overboord te zetten. De vis en de verwerkingsruimte zou op onverantwoorde wijze besmet worden door pathogene bacteriën, zoals Salmonella, Cholera en andere Pneumococcus achtigen die nu eenmaal met rottend vlees mee kunnen komen. Hoe actueel was deze gebeurtenis in het licht van het salmonella drama van 28 september 2012, in gerookte zalm van Foppen dat zich onlangs ontvouwde. De ISO standaard met de daaronder gehangen PAS 220 zijn voor wat betreft voedselveiligheid veel doeltreffender dan de BRC, IFS standaarden.

Zo'n 30 ton ISO - waardige Noordzee vis. Topkwaliteit. Deze vissen zijn op natuurlijke wijze groot geworden, hebben geen anti biotica geslikt en zijn vrij van medicijnen. 100% gezondheid en smaak!

Zo'n 30 ton ISO - waardige Noordzee vis. Topkwaliteit. Deze vissen zijn op natuurlijke wijze groot geworden, hebben geen antibiotica geslikt en zijn vrij van medicijnen. 100% gezondheid en smaak!

Voedselveiligheid aan boord
Nu de Annegina ISO 22.000 gecertificeerd is, moet de schipper en bemanning zich aan de procedures houden en de registraties volledig uitvoeren. Reiniging en desinfectie van de werkruimtes en oppervlakken zijn zeer belangrijk. Het resultaat van deze inspanning wordt ook regelmatig gemeten. De schoonmaakmiddelen die gebruikt worden, dienen allemaal goedgekeurd te zijn voor gebruik in de voedingsmiddelenindustrie. Een middel als Lysol of een of ander illegaal middel zonder goedkeuringsnummer mag men niet aan boord hebben. Het aantal bacteriën aanwezig in het drinkwater en scherfijs wordt gemeten en er worden maatregelen genomen als de drinkwaterkwaliteit niet voldoet aan de bepalingen van onze drinkwater wetgeving. De koeltemperatuur van het visruim wordt continu gemeten en die moet altijd onder de 4 graden blijven. Het grote voordeel van dit alles is dat de kiemdruk op de vers gevangen vis zo laag mogelijk is en langer houdbaar wordt. Kortom, de registraties binnen ISO 22.000 geven de schipper de mogelijkheid om te bewijzen dat hij zijn voedselveiligheidswerk goed doet.

Vissen in de Vlam
Ten noorden van het Puzzelgat ligt het visbestek de Vlam. Daar deed Albert systematisch zijn trekken 300meter van elkaar en het patroon op de GPS kaart leek op dat van een weefgetouw. Alleen een beetje jammer dat er een dikke blauwe lijn hinderlijk door het breipatroon van Albert heen voer. Het was de PD147 die zoekend naar wrakken en ander ongerei waar veel kabeljauw zit, het mooie breipatroon van Albert verstoorde. Iedere keer dat ik op de brug kwam was de PD147 in de verte steeds ergens zichtbaar als een horzel baba.

Het gereutel op de korte golfzender
Via de SSB (de enkel zijband modulatie) kortegolf zender wordt veel onderling gecommuniceerd. Druk overleg over de vangsten en andere details over het visbestek. Ik begin steeds meer stemmen te herkennen. Èén schipper leek wel een stoommachine. Zo vaak en lang zuchtte hij. Dan de schipper die Albert vroeg naar de getijdentabel van Harlingen. Die was in de stuurhut zoekgeraakt. In gedachten zag ik hem met ramen open met fladderende papieren tot zijn knieën in het ambtelijk papierwerk rondlopen.

De communicatie aan boord van de Annegina
Zoals op de meeste viskotters is deze redelijk direct te noemen. De schipper schuift een raam van de stuurhut omlaag om de op het voordek aanwezige bemanning de nodige dwingende aanwijzingen te geven. Opvallend is altijd hoe snel een meningsverschil bijgelegd wordt. Boosheid is meestal binnen 1 minuut geheel verdwenen. De werkdruk en de gevaren die het vissersvak met zich meebrengen maken het noodzakelijk om helder en efficiënt met de gebruikte woorden om te gaan. Daar kunnen veel walschippers veel van leren.

Neef Meindert de Boer even een oogsplitsje maken. Tien minuten later bracht hij de nieuwe landvast fluitend naar het nettenruim.

Neef Meindert de Boer even een oogsplitsje maken. Tien minuten later bracht hij de nieuwe landvast fluitend naar het nettenruim.

Het eten op de Annegina
Snelle lepelkost wordt door de scheepskok Albert Romkes, bijgenaamd ‘de bolle’ klaargemaakt. Dat het eten zeer belangrijk is voor de bemanning blijkt ook uit het commentaar dat soms luidkeels naar de kok teruggekoppeld wordt. Van mij had Albert weinig last. Ik was na één dag op een ‘mietjes dieet’ bestaande uit crackers, appels en snoepjes overgestapt, in de hoop de productie van vissenvoer zoveel mogelijk te beperken. Mijn theorie om gedurende deze reis op een histamine laag dieet over te schakelen lukte aardig.

Touwsplitskunsten van Meindert de Boer
Tijdens zijn wacht op de brug sleepte neef Meindert een dikke landvast mee omhoog. Het was een vierkant 12 strengs gevlochten kabel waar eventjes een oogsplits in gemaakt moest worden. Nu heb ik al moeite met een 3 strengs getwijnde 11mm kabel maar Meindert liet zien dat het alledaagse kost is. Gewapend met steekpennen en de handigheid van een goochelaar was binnen korte tijd een mooie oogsplits gereed dat zo te zien makkelijk een kracht van wel 15 ton kon hebben. Snel daalde Meindert het ruim weer af, mij in opperste verbazing achterland.

Tot slot
Dankbaar kijk ik terug aan een leerzame week en de hoorcolleges die ik van de meest deskundige Noordzeevissers heb mogen ontvangen:
Albert de Boer – Schipper
Meindert de Boer – Touwsplitser
Meindert Blom – Visprofessional
Willem de Boer – Machinist
Hendrik de Boer – Visprofessional
Albert Romkes – Meesterkok

Geef een reactie