De EU wil middels het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP) toestaan dat met chloor behandelde kippen de EU ingevoerd kunnen worden. Het is met name het ontwikkelingsland Amerika dat in ruime mate dit desinfectiemiddel inzet om de voedselveiligheids risico’s als gevolg van de immense productiesnelheden van de pluimvee slachterijen enigszins te beteugelen. Het gebruik van chloor tijdens de slacht van kippen is bedoeld om het gevaar van bacteriologische besmetting door salmonella en E-coli te beheersen als gevolg van de evisceratie (verwijdering van de ingewanden) van het karkas. Een niet ondenkbaar risico als u bedenkt dat in de VS slachtlijnen staan met een capaciteit van zo’n 12.000 kippen per uur. (Ruim 3 per seconde) Mestbezoedeling is nauwelijks goed te voorkomen en hiertegen wordt in de VS chloor ingezet als wondermiddel.
Als er in een land met voedsel geklooid wordt dan is het de VS wel. Een eldorado voor de voedingsmiddelentechnoloog, een boze droom voor de wellicht onterecht bezorgde consument die puur en eerlijk voedsel op haar bord wil hebben.
Verder vormt de inzet van chloorhoudende desinfectiemiddelen als een bestrijder van de gevolgen, terwijl de oorzaakanalyse vrijwel over het hoofd wordt gezien. Een typisch Amerikaanse benadering. Het land waar nota bene de moeder van alle voedselveiligheidssystemen HACCP, door het bedrijf Pillsbury bedacht is.
Wat is het gevaar van chloor behandelde kippen?
Het chloor waarmee de kippen in contact komen kan onder verhitting met het vet een chemische verbinding aangaan. Deze verbindingen worden sterk schadelijk wanneer er een verhittingsstap van boven de 100oC plaatsvindt, zoals bakken, braden of grillen. Hierdoor ontstaan chloor propanolen zoals de DCP’s en 3-MCPD’s, die sterk genotoxisch zijn.
Toelichting op de stoffen DCP en 3-MCDP
Onder chloor propanolen verstaan we 1,3-dichloorpropaan-2-ol (DCP) C3H6Cl2 en 3-monochloor-propaan 1,2 diol (3-MCPD) C3H7ClO2 die de bekendste zijn. Onderzoek met proefdieren heeft aangetoond dat DCP en 3-MCPD kanker kunnen veroorzaken als het gedurende een langere periode en in hoge doses wordt toegediend. Op basis hiervan en van andere toxiciteitsstudies heeft de Scientific Committee on Food van de EU geadviseerd dat 3-MCPD niet aantoonbaar mag zijn in levensmiddelen. In de praktijk komt dit neer op een maximaal toegestane hoeveelheid van 0.02 mg 3MCPD / kg levensmiddel. Blijkbaar hebben wij niets geleerd van de geschiedenis die zich in de 80-er jaren afspeelde toen de meeste politici nog in de zandbak zaten te spelen.
Zijn wij het Conimex schandaal alweer vergeten?
In de jaren 80 bleek dat er in de sojasaus van Conimex de sterk kankerverwekkende DCP’s voorkwamen als gevolg van het opkoken van soja met geconcentreerd zoutzuur bij een temperatuur van rond de 110oC. Er ontstonden hierdoor zuur gehydroliseerde eiwitten, HVP’s die een lekkere bouillonsmaak opleverden, dat gewaardeerd werd door de gebruiker. Door dit brute proces ontstonden vanuit het vet van de soja giftige chloorverbindingen die overigens in onze eigen maag niet kunnen ontstaan vanwege de lage temperatuur die er heerst. De sojasaus industrie heeft zich gehaast om het soja door middel van hexaan extractie volledig vetvrij te maken om de vorming van DCP’s te voorkomen. Unilever heeft de HVP’s vervangen dor gistextract. Daarnaast zijn er merken sojasaus zoals Kikkoman die langs microbiologische weg de hydrolyse reacties teweegbrengen. Het proces duurt echter snel 3 tot 12 maanden. In ons lesdictaat Voedingsmiddelentechnologie wordt ruime aandacht aan dit proces besteed.
Hoe werkt hydrolisatie?
Het geconcentreerde zoutzuur zorgt ervoor dat vooral bij een hoge temperatuur de eiwitten en vetten snel gesplitst worden tot kleine stukjes. Bij deze chemische reacties ontstaat water. De vetten kunnen in vetzuren of diglyceriden splitsen die bijzondere smaakjes kunnen opleveren. Een van de bekendste vetzuren zijn azijnzuur en boterzuur. De laatste kennen we van de kaaslucht, ook wel als stinksokkenlucht bekend. De eiwitten die in kleinere stukjes zijn gesplitst leveren ook lekkere hartige smaakjes op.
Hydrolisatie, een essentieel onderdeel van onze spijsvertering
Onze maagsappen bevatten voornamelijk zoutzuur dat een belangrijk onderdeel van ons spijsverteringsproces vormt. De vetten en eiwitten worden daar gedeeltelijk afgebroken en de meeste bacteriën leggen het loodje. Belangrijk is dat men niet aan de zuurremmers zit en niet teveel tijdens het eten drinkt want daardoor neemt de ‘zuurkracht’ af en stijgt de pH en daarmee het voedselveiligheidsrisico. Na de maag wordt dit zuur geneutraliseerd en in de darmen vindt er verdere vooral enzymatische en bacteriologische afbraak plaats. Dat eiwitten en vetten die deels gehydroliseerd zijn in onze maag sterke geuren kunnen opleveren weten we maar al te goed als we moeten overgeven.

Onze Noordzeevis hoeft niet met chloor behandeld te worden. Die is gewoon voedselveilig. Een gefrituurd scholfilet-tje tijdens de experience trip op de PD147 op 11 juni 2015 was een culinaire schot in de roos
Wat zal er moeten gebeuren?
- De import van chloorkip doodeenvoudig verbieden vanwege het voedselveiligheidsrisico dat ontstaat bij verhitting van het gechloreerde kippenvet
- De ESFA een gevarenanalyse laten opstellen over het gebruik van chloorhoudende middelen in vette voedingsmiddelen aan de hand van een metastudie en advies aan de Euro Parlementariërs, respectievelijk de EU landen laten uitbrengen
- Bij de kippenslachterijen beheersmaatregelen opstellen die het gebruik van de chloorhoudende desinfectiemiddelen overbodig maakt
- De oorzaak van de bacteriologische besmettingen bij pluimvee goed in kaart brengen en door middel van beheersmaatregelen in de primaire sector het risico beheersbaar maken
- Het decontamineren van pluimvee en varkens karkassen direct na de slacht met melkzuur binnen de hele EU toestaan
- Een voedselveiligheids risicobeoordeling uitvoeren op het vrije verkeer van goederen binnen de EU. Dit is naar mijn mening veel gevaarlijker dan de TTIP. Er wordt in het voormalig Oostblok harder geklooid met het voedsel dan menigeen denkt.
Politici hebben bijscholing nodig
Dat het voedselanalfabetisme in de politieke gelederen van de EU als Nederland hoogtij viert is lang bekend. Het toestaan van chloor in de pluimvee verwerking duidt op z’n zachtst gezegd op een voedsel intelligentie quotiënt dat 0 nadert. Iedere idioot die een voedselveiligheidsrisico kan opstellen over het gebruik van dit wondermiddel ziet dat bij normaal beoogd gebruik van kip zoals het grillen, bakken en braden er zeer toxische en genotoxische stoffen kunnen ontstaan.
Om nonsens te begrijpen moet je wel serieuze interesse in het leven hebben!
EFSA Journal 2016;14(5):4426
Risks for human health related to the presence of 3- and 2-monochloropropanediol (MCPD), and their fatty acid esters, and glycidyl fatty acid esters in food
Dit bericht van de EFSA dat op 17 mei 2016 gepubliceerd werd zegt genoeg!
IJsbrand
Interessante kwestie. Voor rundvlees is het ook niet gelukt om (de in Amerika al decennia toegepaste) decontaminatie m.b.v. melkzuur tegen te houden in de EU. Zie de inhoud van Verordening 101/2013. In een goed slachtproces is dit niet nodig. Anderzijds wel een goede mogelijkheid om bacteriegroei aan het productoppervlak te remmen voor karkassen die worden geïmporteerd uit derde landen. Dit in verband met lange reistijden.
Chloor gaat uiteraard nog een stapje verder dan melkzuur. Ik ben bang dat we dit niet gaan tegenhouden.
In de VS is chloor een soort toverdrank geworden. Zelfs de cola die uit de post mix installatie getapt wordt heeft de chloorsmaak als ondertoon. Het is net alsof je uit een zwembad drinkt. Het is en blijft een bestrijder van de gevolgen, terwijl men veel meer kan bereiken met scherpe beheersmaatregelen op het gebied van hygiene maar vooral ook werkdiscipline en gedrag van het personeel.
volledig juist, dat is alleen makkelijker gezegd dan gedaan als het weer eens niks mag kosten….
Chloorpropanolen (zoals 3-MCPD en 1,3-DCP) kunnen inderdaad worden gevormd bij de verhitting van voedingsmiddelen door een reactie van glycerol of acylglycerol (voorkomend in vetten) met chloride ionen. Voor deze reactie dienen wel lage concentraties water aanwezig te zijn in het voedingsmiddel. ‘Chloorkip’ zou hierdoor theoretisch chloorpropanolen kunnen bevatten na bereiding. Echter kruiden de meeste mensen hun stukje kip ook met keukenzout (natrium chloride), hierdoor zijn er ook chloride ionen aanwezig die met glycerol onder verhitting kunnen reageren tot chloorpropanolen…
Heldere reactie, het is de vraag of de chloride ionen in hun gedissocieerde vorm vanuit keukenzout op dezelfde manier reageren als de chloorionen die vanuit het hypochloriet komen.
Het vooraf kruiden van de kip voordat het verschroeid wordt op de BBQ is een veel groter risico voor onze gezondheid.
Mijn punt die ik wil maken met dit artikel is tweeledig:
Chloreren is gevolgenbestrijding en geen oorzaak bestrijding. Men kijkt naar de verkeerde kant.
Chloreren levert een mate van schijnveiligheid op. “Ach het wordt toch ontsmet, laat de extra schoonmaak even achterwege, Piet”