1605 Plastic deeltjes terugroepacties Marsrepen en snijworst

Op 23 februari 2016 werd snoepend Nederland opgeschrikt door een terugroepactie van Mars in Veghel van meer dan 4 miljoen(!) repen die mogelijk plastic deeltjes zouden bevatten dat over een tijdvak van ongeveer 3 maanden was geproduceerd. “Mars heeft proactief de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit geïnformeerd en werkt nauw met hen samen” werd hijgerig aan dit persbericht toegevoegd.

Worstebroodjes MAP4602

Plastic is niet meer weg te denken uit onze voedingsmiddelen. Snijresten die van deze verpakking in het broodje komen zijn absoluut ongevaarlijk. En de hele verpakking opeten ligt ook hier niet voor de hand. Het wordt niet vermeld in de labeldeclaratie.

Nog geen drie dagen later op 26 februari meldde supermarkt Deen dat  er plasticdeeltjes in de smikkelsalade van 150gram te vinden zouden zijn en supermarkt Jan Linders meldde als eerste een nieuwe terugroepactie buiten de NVWA om via facebook en hun site dat zij plastic deeltjes in hun eigen snijworst hadden.

NVWA buiten spel gezet?
Vreemd is dat op 29 februari 2016 de recall van Jan Linders die op 26 februari is gestart alsnog uitgebreid naar de overige supermarkten MCD (Marius & Cornelis Discount), Hoogvliet, Attent, COOP, Spar, PLUS, Vomar en Deen. De kranten hebben op hun digitale media deze recall overgenomen. Het ligt voor de hand dat de NVWA deze recall niet gevaarlijk genoeg vond of dat men gewoonweg gepasseerd is door de melder.

Is er sprake van een plasticfobie?
Het lijkt er wel op. De kans dat een consument een verkeersongeluk krijgt is groter dan dat zij iets aantreft in een Marsreep of een of ander voedingsmiddel. Mars hult zich overigens wel in stilzwijgen over de grootte van het plastic deeltje. Dit is belangrijk om het juiste gevaar in te kunnen schatten. In de gevarenanalyses wordt plastic onder één noemer geplaatst met glas. In dit geval praten wij over hard plastic. Denk hierbij aan een brillenglas of een harde plastic buis. Bij een grootte van 7mm schijnt plastic een gevaar te vormen voor de gezondheid.
In het kennisblad ‘Productvreemde delen’ van de NVWA van 27 februari 2009 definieert men het gevaar als volgt: ‘Dit betekent dat de VWA de aanwezigheid in voedsel van harde en scherpe delen van 7 mm of groter als een onaanvaardbaar groot risico beschouwt voor de consument. Voor voedsel dat bestemd is voor kleine kinderen of andere risicogroepen hanteert de VWA een grens van 2 mm.’

Meer van belang is de vorm van het deeltje. Een kogeltje van 10mm in doorsnee levert minder gevaar op dan een plastic splinter van 4mm. Bovendien stellen wij de vraag hoe groot de plastic deeltjes kunnen zijn als de plakdikte van de snijworst 1,5mm is. Over het algemeen is plastic geen groot risico voor de consument.

 

Plastic is nooit 100% zuiver
Plastic is van nature een polymeer dat hard en bros van structuur is. Om het verwerkbaar te maken tot verschillende producten worden er middelen toegevoegd om de eigenschappen te veranderen. Dit kunnen kleurstoffen, weekmakers, UV blokkers, brandvertragers en andere chemicaliën zijn die functioneel zijn voor de toepassing van de kunststof. De kleurstoffen zijn altijd goed te zien, de chemische componenten zijn alleen maar te ruiken of in het laboratorium te analyseren. Goedkope badeendjes bijvoorbeeld stinken vaak zo hevig dat het kind al gillend de badkamer uitrent nog voordat het bad gevuld is. De weekmakers zijn overwegend vetten of ftalaatesters die in soms tientallen procenten aan de plastic worden toegevoegd.

ESBO (Epoxidized Soybean Oil) is een weekmaker die in 2007 ervoor heeft gezorgd dat in België de Olvarit van de markt  gehaald moest worden. Dit middel wordt gebruikt om de sealring van het deksel kindervoeding zacht te houden.

BPA  (Bisfenol-A) ofwel kent een brede toepassing. Het wordt gebruikt in het thermische papier van de kassarollen, als vlamvertrager in de epoxycoating van drankbussen (Als BADGE Bisfenol A diglycidylether) en in ondermeer onbreekbare drinkwaterflessen.

Deze stoffen kunnen de hormoonhuishouding van ons lichaam verstoren. Hierover is weinig onderzoek gedaan, mogelijk omdat de storende factoren en gevolgen zeer divers kunnen zijn.

Plastic zit in al onze voedingsmiddelen
Deze onheilspellende mededeling is onvermijdelijk. Zelfs in de maag van een garnaal worden plastic deeltjes aangetroffen en  plastic folie wordt werkelijk overal gebruikt. Het wondermiddel dat na 1950 een grote vlucht nam, zit werkelijk in onze hele consumptiemaatschappij. Vrijwel al onze grondstoffen en halffabrikaten die voor de voedingsmiddelen worden gebruikt worden in kunststof verpakt en de kans op contaminatie is levensgroot aanwezig. De kans dat een snippertje (zacht) plastic in ons eten terechtkomt schatten wij op zeker 50 maal per jaar per consument. Nu vormt het fysieke gevaar van plastic niet direct het grootste risico, vooral wanneer het zacht plastic betreft. De meeste bedrijven gebruiken kunststof van een andere kleur dan het product om een onverhoopte besmetting in het product snel te kunnen zien. Tegenwoordig zijn de productiesystemen in onze voedingsmiddelen dermate geautomatiseerd dat er nauwelijks een menselijk controle oog aan te pas komt. Alleen de ‘supermarkt Truus’ van de vleeswarenafdeling ziet meestal wel wat zij doet en haar oog is zo’n beetje de eerste die het product, opgemaakt en wel bekijkt. Het is niet verwonderlijk dat een supermarkt zoals Jan Linders een recall start.

Er zullen nog vele publicaties volgen waarin men plastic deeltjes aantreft op de meest vreemde plaatsen, zoals de Keizer pinguïns op de Noordpool, in ons bloed of in de haren van een koe. Als studenten voedingsmiddelentechnologie nauwkeurige zeefanalyses zouden uitvoeren op veel samengestelde en goedkope voedingsmiddelen dan zal de score erg hoog zijn. Reken maar. Leuk idee voor een prakticumproef overigens.

Ons milieu is net zo doordrenkt van plastic als het voormalig wondermiddel DDT (Dichloordifenyltrichloorethaan) en de modernere variant Glyfosaat (N-(fosfonomethyl)glycine)

Het belangrijkste risico van veiligheid is vals alarm

 

Geef een reactie