1702 Bacterieresistentie oorzaak van desinfectietechnieken in de voedingsmiddelenindustrie?

Twee recente publicaties hebben mijn vermoedens bevestigd dat veel bacteriën taaier blijken te zijn dan gedacht. Dit wordt ook wel resistentie genoemd. In onze queeste naar een optimale hygiëne blijkt dat wij een meerkoppig monster hebben gekweekt. De oorzaak ligt wellicht bij de (bio)chemische desinfectiemiddelen, ook wel antibiotica genoemd.

Het zijn juist deze kunststofdelen die een chemische desinfectie vrijwel onmogelijk maken. Het hydrofobe (waterafstotende) karakter van kunststoffen en de capillaire ruimtes in de verbindingsschakels maken het onmogelijk voor welk desinfectiemiddel ook om door te dringen in deze ruimte waar de bacteriën zich ongetwijfeld in verscholen hebben. Dit zijn vaak de punten waar men als eerste gaat bemonsteren als er een strafrechtelijk microbiologisch onderzoek plaatsvindt als gevolg van een ernstige calamiteit als er veel doden te betreuren zijn. Totale demontage of thermische desinfectie zijn de enige manieren die hier op zijn plaats zijn

Welke zorgen hebben de wetenschappers?
Prof. Diederik van de Beek van het AMC legt in een artikel op 21 december 2016 uit dat hersenvliesontsteking dat ontstaat door Listeria monocytogenes varianten steeds moeilijker te genezen valt als gevolg van resistentie van deze bacteriesoort. “Er is een duidelijk verband tussen de gebruikelijke desinfectiemethodes van de voedingsmiddelenindustrie en de resistentie van de bacteriën die met name hersenvlies ontsteking kunnen veroorzaken.” Hij wijst de quatenaire ammoniumverbindingen als schuldige aan. “Benzalkoniumchloride wordt niet alleen gebruikt als desinfectans in de voedingsindustrie, maar ook als conserveermiddel in farmaceutische producten zoals oogdruppels en in huidontsmettingsproducten. Dergelijk gebruik kan dus ook leiden tot selectie.” Aldus Marc Heyndrickx van het ILVO die benadrukt dat de biofilms die overblijven na een al dan niet gebrekkige desinfectiebeurt de resistente bacteriën een mooie huisvesting bieden. Ook microbioloog Jan Kluytmans van het Amphia ziekenhuis te Breda heeft zijn zorgen geuit in zijn rapport van 9 december 2015.
Op dit moment kan men al een heel assortiment aan desinfecterende middelen kopen voor huishoudelijk gebruik. De desinfecterende zeep van Unicura dat sinds 1970 op de markt is, heeft heel wat concurrentie gekregen van met name Dettol. In iedere keuken zijn deze middelen te vinden die een zekere vorm van schijnveiligheid opleveren niet wetende dat deze middelen juist resistente bacteriën kunnen veroorzaken op uw eigen aanrechtblad.

Hoe ontstaat bacterieresistentie?
Dit is altijd het gevolg van een selectiviteit dat door beïnvloeding van groefactoren bereikt wordt. Meestal vindt er een selectie plaats door gif toe te voegen. Zout, alcohol en conserveermiddelen zijn bekende gifstoffen die ervoor zorgen dat de meeste bacteriën afsterven.  Juist die bacteriën die de gifaanval kunnen overleven hebben een zekere resistentie tegen het gebruikte gif. De bacterie die deze aanvallen overleefd heeft blijkt wel heel sterke eigenschappen te hebben. Zelfs bij thermische desinfectieprocessen zien wij hetzelfde gebeuren. De thermoresistente bacteriën kunnen zich snel vermeerderen op plaatsen waar de temperatuur voor ontkieming erg goed is. Dat zijn de beruchte ‘cold spots’ van zo’n installatie waar de temperatuur rond de 60oC blijft hangen. Denk hierbij aan de opwarm- en koelsecties van deze procesinstallatie.

Ook bij de mens kunnen er levensgevaarlijke situaties ontstaan wanneer een antibioticumkuur niet helemaal afgemaakt wordt. Halverwege de kuur voelt de patiënt zich al beter, is koortsvrij en denkt er niet bij na om nog pillen te blijven slikken en daarmee de kuur helemaal af te maken. Bij een vroegtijdige onderbreking zullen de ziekteverwekkende bacteriën die nog niet afgedood waren een zekere resistentie gaan opbouwen tegen juist dit antibioticum. Met als gevolg dat bij een tweede infectie met dezelfde soort, het antibioticum niet meer optimaal werkt.

Het grote verschil tussen desinfectie en sterilisatie
Bij desinfectie vindt er altijd een selectie plaats die ruimschoots voldoet aan het doel waarom gedesinfecteerd wordt. Denk hierbij aan gepasteuriseerde melk. Er zijn genoeg bacteriën gedood om de melk 9 dagen gekoeld houdbaar te maken. Er zitten degelijk nog bacteriën in het pak dagverse melk. Een blik doperwten moet wel volledig gesteriliseerd worden om deze jaren lang houdbaar te maken. Daar zijn ze allemaal afgedood.

De kop van deze pekelinjector bevat veel capillaire ruimtes die lastig te desinfecteren zijn. Het geheel verwarmen tot 115 graden is een uitdaging voor het materiaal dat wellicht niet meer vormvast blijft. Het is wel de enige methode om de resistentie kringloop te lijf te gaan

De chemische ‘sterilisatie’ is minder goed dan thermische sterilisatie
Met de chemie bedoelen wij de inzet van de gebruikelijke en toegestane desinfectiemiddelen die voornamelijk in de voedingsmiddelenindustrie ingezet worden:

  • Quatenaire ammoniumverbindingen ofwel Quads
  • Chloorverbindingen
  • Waterstof peroxide
  • Alcohol
Onderstaande tabel laat zien dat lang niet alle middelen tegen alle soorten micro organismen opgewassen zijn (Bron: dictaat Microbiologie van Scienta nova)
Tabel 9
 

 

 

Bacterio-fagen

 

Kleine Virussen

 

Grote Virussen

 

Gram+ Bacterie

 

Gram- Bacterie

 

Bacterie sporen

 

Gisten

 

Schimmels

 

Actief Cl­

 

++

 

++

 

++

 

++

 

++

 

++

 

++

 

+

 

H2O2

 

+

 

+

 

+

 

++

 

++

 

+

 

+

 

+

 

Perazijnzuur

 

++

 

++

 

++

 

++

 

++

 

++

 

++

 

+

 

Quat.Amm

 

 

 

++

 

++

 

+

 

 

++

 

+

 

Jodoforen

 

+

 

+

 

++

 

++

 

++

 

+

 

++

 

++

 

Aldehyden

 

+

 

+

 

+

 

+

 

+

 

+

 

+

 

+

 

Alcohol 70%

 

++

 

++

 

++

 

++

 

++

 

 

++

 

 

UV-C

 

++

 

++

 

++

 

++

 

++

 

+

 

++

 

+

Het risico van chemische desinfectie is dat niet alle bacteriën afgedood worden en de resistentie in hoge mate gestimuleerd wordt. Bij een thermische desinfectie kan gemakkelijk een sterilisatie plaatsvinden wanneer overal in de procesinstallatie een temperatuur van 115oC bereikt wordt en die gedurende 30 minuten gehandhaafd blijft. Thermische sterilisatie is de enige manier om de kringloop van resistentie te kunnen onderbreken. Als er sprake is van een goed hygiëneprotocol dan dient periodiek zo’n sterilisatie plaats te vinden. Dit is lang niet overal mogelijk natuurlijk. Het minste wat men kan doen om op regelmatig de chemische desinfectans te wisselen. Wij komen heel veel schoonmaakplannen tegen waar dit een zeer onbekend begrip is.
Voor procesinstallaties is een SIP reiniging ideaal. (Steaming in Place).

Wat kunnen de machinebouwers hieraan doen?
Heel veel. Hygiënisch ontwerpen is vaak een modewoord en het mooi maken van een kap of frame zijn slechts uiterlijke kenmerken die de verkoop wellicht makkelijker maken. Veel belangrijker is om na te gaan of er geen verstopplaatsen zijn, cold spots en herbesmettingsbronnen. Verder dienen alle materialen en machines die in contact komen met voedingsmiddelen steriliseerbaar te zijn en bestand tegen een temperatuur van 115oC. Er zijn gelukkig initiatieven zoals EHEDG die een soort standaard gemaakt heeft voor losse apparaten en appendages. Vanuit de Metaalunie wordt een initiatief ontwikkeld vanuit de HDN systematiek (Hygenic Design Network) om het stuk microbiologische kennis te combineren met de NEN 1672 norm en EHEDG. Door bij de bron te beginnen en hiermee ‘schone’ machines en constructies te maken wordt een belangrijke oorzaak van bacterieresistentie weggenomen. Hiervoor is een speciale opleiding ontwikkeld.

als je doet wat je altijd gedaan hebt krijg je wat je al hebt

Noot: De ESFA is ook wakker geworden in dit opzicht. Op 7 maart 2017 werd het volgende bericht gelanceerd:

http://us10.campaign-archive1.com/?u=e6bc309c39d67dee1eb0bf114&id=57b671d270&e=4dae6ad80a

Geef een reactie