Herhaaldelijk vestig ik de aandacht op de grote voordelen die FSSC 22.000 biedt boven de bestraffende (do’s en dont’s) doctrinelijstjes van de IFS en BRC voedselveiligheids schema’s. De voedingsmiddelenproducenten kunnen zich vrijwillig laten onderwerpen aan een voedselveiligheidsschema als de afnemer (lees: retail) hiernaar vraagt. De praktijk is helaas anders.
Een BRC- of IFS certificaat wordt vaak geëist door de afnemer
Dit lijkt een beetje op chantage. Het spreekt voor zich dat ieder bedrijf zich aan de regelgeving moet houden. Dat is een basisvoorwaarde. FSSC 22.000 is een meer volwassen systeem dat veel meer waarde hecht aan de regels die vanuit de organisatie ZELF zijn ontwikkeld en geborgd. Dit is in vele opzichten meer integer en completer dan BRC en IFS . In feite kan een afnemer hooguit naar een GFSI erkend voedselveiligheidssysteem vragen en toevallig is FSSC 22.000 er één van. Het is de wereldwijde norm dat ISO 22.000 als basis heeft die vooral de procedures omschrijft en de organisatiestructuur. Er is per bedrijfssector een apart basisvoorwaardenprogramma opgesteld die in de FSSC documenten zijn verzameld.
1. Bedrijfsintegriteit staat op de eerste plaats bij FSSC 22.000
FSSC creëert hier een duidelijk beeld omdat men vooral kijkt naar het management. De competenties, gedrag, communicatie- en rapportagestructuren vormen hierin de rode draad. Hier moet over nagedacht worden. De turflijstjes van BRC en IFS zijn hierbij vergeleken oefeningen die wij vanuit de lage school kennen. Wanneer het management niet voldoet of gewoonweg rot is, dan kan het FSSC certificaat direct van de muur. Bij BRC en IFS komt een goede toneelspeler een héél eind. FSSC kent geen rapportcijfers of zogenaamde ‘grades’. Het is goéd of niét goed. Het gemarchandeer met punten werkt corrumperend gedrag in de hand.

2. Auditrapport is ook veel eerlijker
Bij BRC en IFS worden alleen de fouten benoemd, zijnde de auditbevindingen. Dit komt neer op het dictatoriaal management model waarbij de aansturing voor 100% uit straffen bestaat. Die horen in Afrika, Russische federatie en de Arabische wereld thuis. ISO geeft (verplicht) vooral de sterke punten van het bedrijf aan in het rapport zodat een bedrijf hier veel stimulans uit kan halen. Bovendien is het rapport bij FSSC direct in concept klaar, terwijl IFS en BRC auditoren slechts een uitslag onder voorbehoud van de beoordeling van het hoofdkantoor kunnen geven. Ook weer een totalitair trekje die de ISO systematiek niet kent . Vergelijk het maar met het rijexamen. Je krijgt meteen na afloop de uitslag mee. Hierdoor wordt de autoriteit en deskundigheid van de examinator onderstreept. Dat is toch eerlijk?
3. Integratie andere systemen bij ISO veel makkelijker
Als een bedrijf al GMP+ of een ander GFSI kwaliteitsmanagement systeem in werking heeft wordt dit door ISO (met de daaronder gehangen FSSC) direct omarmd waarbij men logischerwijs stelt dat het bedrijf het goede functioneren van een dergelijk systeem moet aantonen.
4. Tekort aan auditoren, vooral bij IFS
Veel ervaren auditoren zakken voor het IFS examen dat meer op een staatsexamen lijkt uit de 20-er jaren. Zo zijn er examenvragen bekend dat de kandidaat uit drie stukken wetstekst het ontbrekende woord moet achterhalen. Volkomen knots. De auditor moet getoetst worden of hij de regelgeving snapt en waar hij de geconsolideerde versie kan vinden en of hij zelf competent is maar vooral integer.
5. De VACCP geeft een mooie analyse van de toekomstbestendigheid
Vulnerability Assessment Critical Control Points brengt glashard in beeld waar de kwetsbare punten voor een bedrijf liggen. FSSC was de eerste die deze analysesystematiek invoerde. BRC en IFS hebben gehaast dit gekopieerd en bovendien kopiëren ze elkaars slimmigheidjes om het hardst. VACCP is bedoeld om een goed in beeld te krijgen waar de kwetsbaarheden liggen van het bedrijf. Hier moet (met name door de directie) goed over nagedacht worden. Wat gebeurt er als de grondstofprijzen exploderen? Hoe stabiel is de regering van het land van herkomst? Het hele treurige Brexit verhaal maakt hier ook deel van uit. Hoe dekken wij ons in op de klimaatverandering die helaas het weer- en oogstbeeld drastisch kunnen veranderen? Allemaal strategische zaken die veel competentie vereisen van een directie en management. Een financiële afdeling past dergelijke technieken al toe door middel van valuta risico beoordelingen en deze af te dekken.
6. FSSC 22.000 levert het bewijs dat je het goed doet
Bij de van oorsprong ISO systemen draait het allemaal om de bewijslast. “Toon maar aan dat jij het zo vreselijk goed doet.” De RCA (Root Cause Analysis) die toegepast moet worden na het ontdekken van een fout levert altijd leermomenten op.
7. De ISO systematiek is op den duur goedkoper
Alle certificerende instanties hanteren tarieven die een doorsnee advocatenkantoor niet zouden misstaan. Dat verdienmodel is keurig dicht getimmerd. FSSC kost iets meer tijd en geld om alle procedures en beoordelingen intern in het handboek te formuleren. Maar er hoeft éénmaal in de drie jaar een hoofdaudit uitgevoerd te worden. In de tussenliggende jaren vindt er een opvolgingsaudit plaats die minder tijd kost.
8. BRC certificering is lang geen garantie dat alles goed in orde is
Iconisch is dat het paardenvlees schandaal juist bij een grote Engelse retailer uitgebroken is die van top tot teen BRC gecertificeerd was. BRC heeft bij Foppen in Harderwijk ook niet kunnen voorkomen dat er vier doden te betreuren waren als gevolg het kwaliteits- klungelbeleid. Ook de NVWA ziet geen significant verschil in het aantal opgelegde boetes van gecertificeerde en niet gecertificeerde bedrijven.
9. BRC valt onder het Angelsaksisch denkmodel
Als iets NIET beschreven staat dan is het toegestaan. Het Rijnlands denkmodel (Het Europese vasteland) hecht meer waarde aan het volgen van de strekking van de regelgeving. Dit is één van de redenen waarom het Engelse rechtssysteem zeer gecompliceerd en duur is.
Dan maar IFS kiezen? Er zijn geen auditoren meer. Die zijn weggepest door de eigen IFS organisatie. Zie punt 4

10. BRC en IFS geven voedselveiligheid geen prioriteit
Als de papieren maar kloppen, is het goed. Later is men een beetje tot inkeer gekomen dat het best wel verstandig is om de meestal verbaasde werknemers op de werkvloer te gaan ondervragen en langer in de productie rond te lopen met het grote aantekenblok in de hand. Dat gebeurt dan ook prompt. Zo krijgt de audit eerder de schijn dat men wacht tot er een emmer omvalt zodat dat meteen in het rapport opgenomen kan worden als een gebrek. Als je lang genoeg wacht dan valt er altijd op een foutje te scoren. Bij FSSC gaat het er meer om de vraag of men wel snapt waar men mee bezig is.
In onze opleiding ‘QESH/KAM manager food industry’ hameren wij altijd op de volgende circulaire gedachtengang:
- Zeg wat je gaat doen
- Leg vast hoe je het gaat doen
- Laat zien wat je gedaan hebt
- Bewijs dat wat je gedaan hebt goed is
- Beoordeel jouw actie en handel ernaar
In feite is dit niets anders dan de beroemde Deming cirkel die ruim 70 jaar geleden voor ons bedacht:
- Plan
- Do
- Check
- Act

Waar draait het allemaal om?
- Integere bedrijfsleiding
- Hoge kennisniveau op de werkvloer
- Goede leverancierbeoordeling
FSSC 22.000 is er niet op uit om punten te sprokkelen en fouten aan te wijzen. Vooral het slagen voor het examen telt en de benoeming van de goede punten!
Een zwakte die gebruikt wordt levert meer op dan sterkte die verwaarloosd wordt