15 De “Smaakpolitie” sensatiezucht of vakmanschap?

Over het laatste zijn wij bijzonder snel uitgepraat. Presentator Rob de Geus is geen vakman op het gebied van voedingsmiddelen. Hij intimideert, schoffeert de ondernemer, valt steeds in herhaling en brengt een programma op televisie met een negatieve diepgang. Helaas heeft de televisiezender SBS6 meer van dergelijke programma’s van vergelijkbaar allooi. Gemiste kansen zijn dat. Jammer. Rob kijkt echt niet verder dan zijn neus lang is. Die had al zeker moeten groeien tot 1 meter lengte, gezien de leugens die hij vertelt over de wettelijke eisen waaraan voedselbereidend Nederland zich allemaal aan zou moeten houden.  Hij had beter een opleiding bij de Keuringsdienst van Waren moeten volgen maar ja wat doe je als je door de dienst bij herhaling de deur gewezen wordt. Een stoomcursus bij Scienta Nova? Ja! Dat is de oplossing. Tjonge, zo word ik nog eens beroemd! Ik zie m’n kop al op TV…

Nou moet ik niet het hele programma af gaan kraken, je weet maar nooit. Er zijn wel goede zaken hierover te noemen. Ten eerste is dat de “heraut” functie. Dit wil zeggen, het stukje mond op mond reclame dat aan de koffietafel plaatsvindt. Je krijgt dan discussies in de trant van: Heb je het programma gisteren gezien op TV?

Het positieve effect is dat wij met heel andere bril een shoarmazaak binnenstappen en dat de ondernemer die er een zooitje van maakt best wel eens opmerkingen kan verwachten van de o zo mondige klant van tegenwoordig. Zo worden de sloddervossen door de maatschappij zelf opgevoed.

Hoe weet je nou dat een restaurant het niet zo nauw neemt met de hygiëne? Daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben, Rob de Geus te heten of bij de Keuringsdienst van Waren te werken. Gewoon kijken. Het begint al buiten. Als de zonwering in rafels erbij hangt, het onkruid de entree bijna overwoekert en de deur klemt dan kun je meteen hieruit afleiden dat er weinig aandacht aan de buitenzijde besteed wordt. Iedere ondernemer weet gewoon dat het zichtbare deel altijd optimaal opgepoetst moet worden. Dus als het zichtbare deel dan een zooitje is, verwacht u dan een gepoetste binnenzijde? U zult zeker geen hypermoderne keuken in een dergelijk restaurant aantreffen. Andere signalen zijn de houding van de ondernemer of bedienend personeel. Als klant moet u gewoon het gevoel krijgen dat men als het ware van u houdt. Dan weet u automatisch dat u verwend zult worden. Thuis is het niet veel anders, of niet soms?

Is het dan wel zo slecht gesteld bij de verkoop van voedingsmiddelen? Nee integendeel, er zijn maar een paar grapjurken die het voor de hele branche verzieken. Soms door onwil, soms door gewone onkunde. De eerste categorie schreeuwt om een terecht keiharde aanpak. De tweede categorie heeft behoefte aan een goede voorlichting en hoort eigenlijk in de schoolbanken thuis. Veel voorkomende fouten in een restaurantkeuken zijn de temperatuurbeheersing van bederfelijke producten, juiste bewaartechnieken, gebrekkige ongediertewering en vooral het niet goed voeren van de administratie op het gebied van de voedselveiligheid. Vooral dit laatste is een lastig probleem voor veel ondernemers. Velen hebben wel begrepen dat zij een hygiënecode moeten hebben, schaffen die ook aan en laten het vervolgens in de verpakking zitten. Men zegt dan: “dit lees ik eens een keertje op mijn gemak wel door”. Niet wetende dat deze administratie de ondernemer voor een faillissement kan behoeden. Als een klant terecht of onterecht klaagt over het voedingsmiddel, al dan niet gekocht in de supermarkt of opgediend in een restaurant dan is de producent of ondernemer bij voorbaat schuldig tenzij hij zijn onschuld kan bewijzen. Deze regel is midden jaren 90 in het vernieuwde Burgerlijk Wetboek opgenomen ter bescherming van de consument die uiteindelijk ter goede trouw iets aanschaft. De ondernemer kan de zaak dan niet meer afdoen met opmerkingen zoals: Er is nog nóóit iemand ziek geworden, u bent de eerste die klaagt, bij mij is alles netjes!

De ondernemer moet overtuigend bewijs kunnen leveren dat hij de spullen voor elkaar heeft. Hem moet niets te verwijten zijn. Hiervoor is de administratie over de voedselveiligheid zeer belangrijk. Dit omvat onder anderen de controlelijsten van de inkomende grondstoffen, de geregistreerde temperaturen en de ondernomen acties als er een afwijking is geconstateerd. Hij moet gewoon opschrijven wat hij doet en als hij het goed doet dan is er geen vuiltje aan de lucht en ook niet in uw maag!

Geef een reactie