Commerciële mensen hebben vaak veel humor nodig om de spanningen af te reageren die vaak in het veld op hem afkomen.
In mijn jonge jaren, toen ik in bij een machinebouwer werkte was het vaak raak.
Op een druilerige maandagochtend hadden wij met 10 personen weer een heuse verkoopvergadering.
Net als de rest van ‘verkopend Nederland’.
Deze meetings die werden voorgezeten door de verkoopdirecteur Leo zullen we hem gemakshalve maar noemen. Terwijl wij een beetje druilerig door de verkoopprognoses winstverwachtingen en ‘hot prospects’ gingen constateerden wij dat het allemaal niet zo slecht ging en dat de tijd rijp was voor een prettig verzetje. Die kwam sneller dan wij dachten. Er moest meer gelachen worden.
Toen ging de telefoon!
De verkoopvergadering werd ruw verstoord door een zekere Wout die een praatje met onze directeur Leo wilde maken.
Op een maandagmorgen!
En dat terwijl ieder commercieel persoon weet dat je niemand dan kunt bereiken omdat dan de activiteiten van de afgelopen week besproken worden en de snode plannen voor de komende tijd gesmeed worden. Wout was een speciale beller. Hij was een van de vroegere mede eigenaren van het bedrijf, had zijn eigen concurrerende bedrijf opgericht. Later bleek dat er veel tekeningen ideeën en kennis ook was meegenomen ter opluistering van zijn nieuwe activiteiten. Ieder jaar gonsde het van berichten dat het bedrijf failliet zou gaan. Vaak werd er veel personeel ontslagen om twee maanden later weer een peloton aan te nemen.
Wout belde Leo om te vertellen wat hij allemaal in de markt gehoord had en hij ging verder uitvoerig in op het feit dat een paar(!) deposito’s bij de bank had geopend etc. Iedereen wist gewoon dat hij op het punt stond failliet te gaan. Leo hield de telefoon verveeld voor zich uit naar ons toe gericht zette de speaker aan en fluisterde naar de vergadering. ‘Psst, dit is onze favoriete concurrent, hoor hem weer eens oeverloos kletsen’.
Kennelijk hoorde Wout iets want hij brulde: ‘Leo, ben je daar nog?’ ‘Ja Wout’ antwoordde Leo, ‘ik hoor je stem luid en duidelijk.’ En terwijl Leo deze woorden uitsprak ging hij staan en deed zijn broekriem los. Terwijl de overige collega’s verbaasd toekeken naar wat er verder gebeuren zou ging Leo nog verder. Hij knoopte de bovenste knoop los, deed zijn gulp open en stak met een handige beweging de hoorn van de telefoon in zijn kruis.
‘Hoor die vent toch eens lullen’… Iedereen lach meteen brullend van de lach onder de tafel. Gierend genoten we van het vervolg van het gesprek. ‘Leo, wat hoor ik toch allemaal? ‘Is de lijn wel in orde’
‘Ja, Wout ik wordt een beetje ziek van het gelul van jou, ik ga nu hangen. Tuut tuut tuut…en ons een onvergetelijke herinnering meegevend.
Zelden hebben we zo’n levendige vergadering gehad.