Antoinette Herzenberger was weer op haar best tijdens de uitzending van Radar op 24 maart 2014. Hulde! De Tros heeft met wat gekochte filmbeelden van Animal watch een uitzending in elkaar gedraaid met wat aanvullend bureau- en belwerk. Er werden de praktijken getoond omtrent de paardenhandel, vervoer en slachterijen in Canada, de VS, Mexico en Argentinië. De gruwelijke beelden die getoond waren zijn mooi schokkend gemaakt. Ik kijk hier helaas nauwelijks van op. Niet omdat Antoinette overtuigd vegetariër is en low budget werkt, maar vooral dat deze uitzending een bevestiging is dat met name de VS en Canada ontwikkelingslanden zijn op het gebied van voedselveiligheid. In mijn vorige column 1411 heb ik het voor de zoveelste keer uitgesproken.
De risico’s van paardenvlees in het algemeen heb ik besproken in column 1306:
Is paardenvlees veilig te eten?
Voor paardenvlees dat in de EU geslacht is durf ik bijna mijn handen in het vuur te steken. Het voormalig Oostblok uitgezonderd. Het zwakke punt is de traceerbaarheid. Eigenlijk moeten paarden oormerken krijgen maar dat vindt de hippofiele wereld een minder goed idee. Lang niet iedere paardenmester kan de dieren chippen en dit brengt weer een contaminatierisico met zich mee van besmetting met productvreemd materiaal in het vlees. Ik moet er niet aan denken dat een glazen of hard plastic chip door de gehaktmolen gaat. Het anti reuma middel fenylbutazon is daadwerkelijk een populair middel in de hippische topsport. Er gaat immers zeer veel geld om in de paardenrace circuits. Veterinaire zaken worden wellicht prettig geregeld met veel contanten.

Wij moeten voorzichtig met onze paarden omgaan. Anders kunnen wij in de toekomst alleen nog van deze versteende exemplaren genieten.
Wat moet de reactie van de NVWA zijn?
- Direct een ketengericht onderzoek aankondigen. Dit zal veel goodwill voor de veelgeplaagde dienst kweken bij de consument.
- Meteen een persbericht naar buiten brengen met de mededeling hoe vaak vleesmonsters op dit middel zijn onderzocht om het consumenten vertrouwen te herstellen in de Nederlandse vleessector die in mijn ogen toch wel de meest professionele is binnen Europa.
Dit moet direct gebeuren en men moet zich niet verschuilen achter de domme regels omtrent de Wob (Wet Openbaarheid van bestuur) die het mogelijk maakt 6 maanden te traineren. Op de website van onze nationale voedselwaakhond komt men niet verder dan de tandenloze standaardzin: “…bij incidentele consumptie van paardenvlees met restanten (residuen) fenylbutazon de kans op schadelijke effecten bij de mens zeer klein zal zijn.” Ik vrees dat het aantal onderzochte monsters over 2014 misschien op één hand te tellen zal zijn.
Wat moet de reactie zijn van de Nederlandse supermarkten op deze uitzending?
- Met onmiddellijke ingang een verklaring eisen van al hun leveranciers om binnen 24 uur een verklaring van integriteit op te stellen over hun paardenvleesproducten. Hierin moet uitgesloten worden dat het vlees afkomstig is van één van de gewraakte slachthuizen of importkanalen
- Volledige openheid van zaken geven wie de toeleveranciers waren over de afgelopen 6 maanden
Helaas zal dit ondenkbaar zijn. Supers zijn meesters in camoufleergedrag met hun belangenclubje CBL voorop, die steevast beweert dat er geen enkele relatie is tussen prijsdruk en voedselveiligheid. Woehoehaha! Daarbij worden ze nog gesteund door hun eigen voedselveiligheidsschema’s die meer oog hebben voor het ‘kloppend maken’ van de administratie dan voor de werkelijke gang van zaken bij hun toeleveranciers. Wanneer de supers eindelijk eens door krijgen wat de voordelen zijn van het ISO 22.000 voedselveiligheids management systeem dat gebaseerd is op GFSI (Global Food Safety Initiative) dan levert dit volledige transparantie in de hele voedselketen op. Immers iedere leverancier, respectievelijk producent moet verplicht een leveranciersbeoordeling uitvoeren. Daar horen ook de slachthuizen bij in de ‘Hakkietakkie’ landen. Als een bedrijf dit niet uitvoert, kan meteen het ISO certificaat van de muur. Het zoveelste bewijs dat BRC en IFS achterhaalde voedselveiligheidsschema’s zijn.
Wat moet de reactie zijn van de vleessector?
- Direct een begin maken met het opstellen van een ketengericht productintegriteits statuut. Deze kan makkelijk binnen een maand gereed zijn. Een beetje jurist met gevoel voor voedselveiligheid kan dit snel fiksen
- Afstand nemen van dergelijke foute slachterijen en een onafhankelijk deskundig onderzoek starten ter plaatse. Liefst deze week nog. Niet het debat in de Tweede Kamer afwachten, dat kan enkele weken duren. Premier Rutte heeft het nu toch te druk met ‘zijn’ NSS top
- Uitsluitend Nederlands geslacht paardenvlees verkopen totdat het onderzoek is afgerond
- Men moet vooral niet de feiten gaan ontkennen die Radar heeft gepresenteerd. Dat zou een blunder in het kwadraat zijn in communicatief opzicht
- De etiketteringsvoorschriften naar het schap in de supermarkten kloppen best wel, op enkele ‘administratieve verschrijvinkjes’ na. Het grote lek zit in de B2B etikettering. Producent naar snackbar. Dat is helaas nog een groot sjoemelcircuit. Snackbars doen er goed aan om ook volledig openheid van zaken te geven en mee te liften aan het integriteitsstatuut van de vleessector
De Nederlandse vleesindustrie zal snel moeten schakelen om geen imagoschade te ondervinden door vergeleken te worden met deze Blattodea (Kakkerlak), die al het loodje heeft gelegd.
Als deze maatregelen niet met grote voortvarendheid opgepakt worden, zal de Nederlandse vleessector veel klappen moeten opvangen en het imago in het buitenland bijna vanaf het begin weer moeten opbouwen.
Wellicht hangt men de volgende spreuk op de directie achterkamertjes:
Liever een Hollandse knol dan een buitenlandse snol aan mijn vork!