Een foute leverancier kan veel verknoeien voor een bonafide producent van voedingsmiddelen. Alle mogelijke voedselveiligheids- export-, duurzaamheids- of fair trade certificaten ten spijt. Ze stellen geen moer voor als de leverancier een andere morele koers vaart. De recente stroom voedselveiligheidsschandalen hebben op een pijnlijke wijze duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is om je leverancier goed te kennen.

Bedrijven die geen goede leveranciersbeoordeling uitvoeren staan snel buiten spel
Alle voedselveiligheidsrisico’’s zijn toch in detail bekend? Er zijn toch waterdichte grondstof- en eindproductspecificaties, actuele werkinstructies en gevalideerde procedures aanwezig op het bedrijf? Aan wat voor onbekende risico’s worden we nu blootgesteld? Dit zijn opmerkingen die ik heel vaak te horen krijg, met name van bedrijven die alle certificaten aan de muur hebben hangen en toch angst hebben voor een terugroep actie.
De General Food Law, beter bekend als de EU verordening 178/2002 is heel duidelijk in hun formulering dat de producent verantwoordelijk is voor de voedselveiligheid en niet de overheid, die slechts handhavend optreedt. Lees artikel 14 maar op na van deze verordening die terecht geldt als de ‘moeder aller warenwetten’.
Ketenverantwoordelijkheid, een verwaarloosd begrip
Iedere voedingsmiddelenproducent dient verstand van zaken te hebben. Dit lijkt eenvoudig maar men moet kennis hebben van de hele keten waarin men opereert. Zo moet een zuivelbedrijf zijn kennis over wat er in de keten allemaal gebeurt nauwlettend volgen. Als er bijvoorbeeld vrijdag bekend wordt dat er dioxine in Duitse melk voorkomt, dan moet het bedrijf ’s-maandags al monsters laten analyseren. Doet men het niet, dan riskeert men terecht een boete van de NVWA omdat men niet de gevarenanalyse op orde heeft. Het bedrijf mag niets te verwijten hebben, luidt de regel. Uiteraard geldt deze regel voor zaken die een bedrijf redelijkerwijs had kunnen vermoeden. De paardenvlees affaire is hier een mooi voorbeeld van. Opeens werd duidelijk dat in het rundvlees circuit de aanwezigheid van paardenvlees niet altijd uitgesloten kon worden. Hierop heeft ieder zichzelf respecterend bedrijf zijn beheersmaatregelen moeten aanpassen door structureel te (laten) onderzoeken dat er met hun vlees niet gesjoemeld is.
Het treurige dossier van Foppen heeft er ongetwijfeld voor gezorgd dat alle visverwerkers en die van zalm in het bijzonder, standaard al hun producten op Salmonella laten onderzoeken, als dit nog niet gebeurde.
Ieder voedingsmiddelenproducent is verantwoordelijk tot de toiletpot!
Duidelijke kunnen wij de ketenverantwoordelijkheid niet definiëren. De consument mag geen lichamelijke ‘ongemakken’ over houden van het gebruik van het product. Voedselinfectie of vergiftiging horen hier nadrukkelijk bij. Vooral in de hete zomermaanden wordt met de beschuldigende vinger vaak onterecht gewezen naar de producent, terwijl die beslist alles op orde heeft. Maar ja, de consument heeft de gebakken vis ook maar in de boodschappentas gedaan en toen zij thuiskwam waren de buren al binnengelaten om iets leuks te gaan doen etc. Tel daarbij het voedselanalfabetisme op en een ramp is snel geboren. Het is aan de fabrikant te bewijzen dat men onschuldig is door met harde bewijzen te komen dat de consument de zaak verprutst heeft. Lastig maar zeker niet onmogelijk met de moderne forensische technieken.
Werken met onbekende leveranciers is dobbelen met de toekomst van het bedrijf als inzet
De leveranciersbeoordeling is het toverwoord voor 2014!
Het is pijnlijk duidelijk geworden met de laatste voedselschandalen dat de oorzaak bij de bron gevonden moet worden. Het paardenvlees dat uit Roemenië kwam, de Noorse zalm die ooit besmet is geweest met Salmonella en de biologische eieren die uit een standaard kooi kwamen. Als men de leverancier op een juiste wijze beoordeeld had, was dit niet voorgekomen.
Op welke punten moet een leverancier beoordeeld worden?
Procedureel
Hier wordt gekeken naar zijn voedselveiligheidsplan, de certificaten, de kritische controlepunten en vermeldenswaardige zaken inzake voedselveiligheid inzake klachten en of terugroepacties. Dit zijn allemaal formaliteiten waarmee je een goed beeld kunt krijgen van de algemene en karakteristieke zaken op het gebied van voedselveiligheid.
Reputatie
Dit wordt een lastiger onderwerp om informatie over te krijgen. Soms heeft een bedrijf zelf al een langdurige relatie met een leverancier maar weet niet dat een belangrijk deel van het management gewisseld is en dat er een grote koerswijziging op komst is die nadelig uit gaat pakken. Een management buy out ligt op de loer bijvoorbeeld.
Integriteit
Nu wordt het spannend voor de leverancier. De tijd is aangebroken om fysiek een bezoekje af te leggen. De vragen die gesteld moeten worden kunnen nooit per mail beantwoord worden. Je zult de tijd voor moeten nemen en de leverancier duidelijk vooraf moeten vertellen waar het om gaat:
1.Betrouwbaarheid van het product
2.Onkreukbaarheid van het bedrijf en haar medewerkers
3.Goede informatieverstrekking
Goede relatie
Dit vormt de kern van een goede leveranciersbeoordeling. Chinezen kennen dit begrip ook: Guanxi dat door Amsterdammers in negatieve zin verbasterd is tot ‘Conksie’. Een leverancier bij wie alles klopt is prettig om mee samen te werken. Dergelijke leveranciers zijn niet bang om gescreend te worden. Mits het maar professioneel gebeurt en op een transparante manier.
De retail bakt er weinig van met hun leveranciersbeoordelingen
Zij staan op het standpunt dat een permanente staat van oorlog het beste is voor de meest voordelige inkoop. Een veroordeling staat boven de beoordeling lijkt het wel. Dit is in mijn ogen de Nijenrode doctrine. Op schofferende wijze de leveranciers benaderen levert veel korte termijn winst op. Voor de lage termijn een gigantische verliespost vanwege de hoge voedselveiligheidsrisico’s die nu eenmaal gepaard gaan met een hoge prijsdruk. Diegene die beweert dat dit verband er niet is, moet ander werk gaan zoeken. Als schappenvuller bijvoorbeeld.
Succes in het zakendoen wordt niet alleen bepaald door de hoogte van de bereikte prestaties, maar ook door de diepte van de opgebouwde relaties